Extra maatregelen tegen verzilting in West-Nederland
Rijkswaterstaat en de waterschappen nemen extra maatregelen om verzilting van het water in West-Nederland tegen te gaan. Bij de sluizen in IJmuiden, Spaarndam en Terneuzen gelden schutbeperkingen om het instromen van zout zeewater te verminderen. Via de Irenesluizen in het Amsterdam-Rijnkanaal wordt extra zoetwater aangevoerd naar het Noordzeekanaal om te voorkomen dat het zoutgehalte daar verder oploopt, aldus de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling.
De verzilting neemt toe omdat het waterpeil in de rivieren steeds verder zakt. Daardoor is er onvoldoende tegendruk om zout zeewater tegen te houden. Maandag start Rijkswaterstaat om die reden ook met de Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA). Via het speciaal daarvoor gebouwde gemaal De Aanvoerder bij De Meern wordt dan voortdurend zoetwater uit de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal naar West-Nederland gepompt. Ook via het Merwedekanaal en de Lopikerwaard gaat extra zoetwater naar het westen. Rijkswaterstaat raadt zwemmen in rivieren en kanalen in het gebied af, omdat de stroming sterk toe gaat nemen.
Het peil van de Rijn bij Lobith zakt steeds verder. Rijkswaterstaat verwacht dat de afvoer in de loop van de week zakt naar ongeveer 850 kubieke meter per seconde, wat uitzonderlijk is. De dienst is om die reden gestart met dagelijkse berichtgeving over laagwater voor de scheepvaart op de Waal, de drukstbevaren rivier van Europa. De beroepsvaart moet al rekening houden met minder belading en langere wachttijden bij sluizen.