Van der Hoeven heeft woensdag aan de Tweede Kamer geschreven dat ze een streep haalt door 612 van de 1111 regelingen. In totaal hebben onderwijs–, onderzoeks– en cultuurinstellingen te maken met ongeveer 1500 ministeriële regelingen, wetten en algemene maatregelen van bestuur. In de laatste twee categorieën wil de minister volgend jaar schoon schip maken. De regels die Van der Hoeven nu opruimt, zijn soms stokoud, zoals de instelling per 1 december 1965 van een commissie die contacten met besturen van scholen voor de detailhandel moet onderhouden.

De grote schoonmaak betekent niet dat scholen in het nieuwe jaar opeens met de helft minder aan regels te maken krijgt. Een deel van de verordeningen was al ingetrokken, maar stond nog wel in de databanken van het ministerie van OCW.

Van der Hoeven heeft verder laten uitzoeken dat de regels voor scholen en andere instellingen die onder OCW vallen, voor een kwart op het conto van dit ministerie te schrijven zijn. Van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid komt 13 procent van de regels. Die ervaren scholen als het meest irritant, schrijft Van der Hoeven. De gemeenten zijn goed voor 11 procent van de regels. De rest komt van andere ministeries, de provincie en de Europese Unie.

De uitvoering van de regels kost 564 miljoen euro. Voor 2007 wil Van der Hoeven dit bedrag met een kwart hebben teruggebracht.