De oppositiepartijen vinden het kabinet veel te passief: zelf kwam het niet met extra voorstellen en plannen van de oppositie bleken volgens het kabinet onuitvoerbaar.

PvdA-leider Attje Kuiken noemde het „te mager” dat het kabinet zich verschuilt „achter gemeenten die zeggen: laat het ons dan maar doen”. Het was de Vereniging van Nederlandse Gemeenten die aanbood de hogere energietoeslag uit te voeren, omdat gemeentebestuurders „het onverteerbaar vinden dat kwetsbare gezinnen anders niet ondersteund worden”.

In het debat liepen de gemoederen hoog op. De oppositiepartijen vinden het „onacceptabel” dat het kabinet voor dit jaar niets extra’s kan doen voor huishoudens die het net te breed hebben om in aanmerking te komen voor de energietoeslag. Mensen die bijvoorbeeld het minimumloon verdienen dreigen ook in grote betalingsproblemen te komen.

Sinds het beruchte 1 april-debat vlak na de verkiezingen van vorig jaar (over de notitie ‘Omtzigt: functie elders’) was de afstand tussen de vier coalitiepartijen en de oppositie niet zo groot, aldus JA21-leider Joost Eerdmans. Dat kan het kabinet ook nog in de politieke problemen brengen: het wordt zoeken naar steun voor de Voorjaarsnota in de Eerste Kamer. Daar heeft het kabinet de oppositie nodig, omdat de coalitiepartijen geen meerderheid hebben in de senaat.