„Hij was bij het suikerfeest, bezocht een moskee en een afgebrande school, maar vergat dat er een klein jongetje in Amsterdam was van wie de vader was vermoord", zei de moeder van Van Gogh maandagavond in het televisieprogramma NOVA. PvdA–wethouder Aboutaleb voerde na de moord een marathon aan gesprekken met verontruste burgers, maar kreeg geen steun uit Den Haag. Minister–president Balkenende heeft volgens Aboutaleb na de moord „te weinig leiderschap" getoond.

„Minister Verdonk heeft gesproken op de herriebijeenkomst ’s avonds op de Dam, verder bleef het ijzig stil vanuit Den Haag", aldus de wethouder in het Radio 1–Journaal dinsdagochtend. „Ik ben ongelooflijk boos. Wij hebben uit de boezem van het kabinet niets vernomen. Er is geen minister naar Amsterdam gekomen noch een staatssecretaris, het is gebleven bij de inzet van de mensen uit mijn college, mijn persoon en de burgemeester."

Premier Balkenende wees er dinsdag op dat verscheidene leden van zijn kabinet hun betrokkenheid hebben getoond en dat hijzelf het politiebureau heeft bezocht vlakbij de plek waar Van Gogh werd vermoord. „Deze kritiek spreekt mij niet erg aan", zei hij in Nova.

De ouders van Theo van Gogh ontvingen kort na de moord wel een telegram van koningin Beatrix. „Dat vond ik heel correct", zei de moeder van de vermoorde regisseur. Minister Verdonk (Integratie) belde een keer op, maar van de minister–president hoorden ze niets, leggen ze uit in een interview. Vijf dagen na de dood van hun zoon ontvingen de ouders een brief van het kabinet.

Balkenende herinnerde er in een reactie aan dat hij daags na de moord in een persoonlijke brief aan de familie zijn deelneming heeft betuigd. Eerder gaf de minister–president in een Kamerdebat al aan, dat hij zich heeft aangesloten bij wat de familie als wens had aangegeven. De familie had niet hem, maar minister Verdonk gevraagd bij een herdenkingsbijeenkomst in Amsterdam te spreken.