Bewaarplicht kost internetaanbieders miljoenen
Het Europese voorstel dat internetaanbieders verplicht om alle gegevens over het internetverkeer van hun klanten minimaal een jaar te bewaren, gaat de bedrijven miljoenen kosten. Dat blijkt uit een onderzoek van KPMG dat minister Donner (Justitie) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De uitgebreide opslag is volgens de Europese ministers van Justitie nodig om terroristen en criminelen beter te kunnen opsporen. Het betekent dat het surfgedrag van eenieder wordt geregistreerd en alle verzonden e–mails worden opgeslagen.
Een gemiddelde internetaanbieder met 10 procent marktaandeel moet ten minste 2,2 miljoen euro investeren om al deze gegevens een jaar lang te kunnen bewaren. Bij een bewaartermijn van twee jaar kunnen de eenmalige kosten oplopen tot 4 miljoen euro, becijferde KPMG. Per jaar komt daar nog 20.000 euro voor exploitatie en beheer bij. Vergeleken met deze bedragen zijn de dreigende kosten voor telecombedrijven te verwaarlozen.
De accountants berekenden ook wat centrale opslag van de gegevens door de overheid zal gaan kosten. Het opslaan van alle gegevens van al het telefoon– en internetverkeer van één jaar vergt een eenmalige investering van ongeveer 11 miljoen euro plus nog eens 2 miljoen euro per jaar.
Internetaanbieders hebben zich in de afgelopen maand verenigd in hun verzet tegen de bewaarplicht. Ze maken zich niet alleen zorgen over de hoge kosten, maar ze ageren ook tegen de schending van de privacy van internetgebruikers. Verder menen ze dat bewaarplicht een zware hypotheek legt op innovatie.