Hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest vorig jaar verder gedaald
Koeien, varkens en andere dieren die worden gehouden door Nederlandse boeren, hebben vorig jaar 3,7 procent minder stikstof geproduceerd. De uitscheiding van stikstof uit dierlijke mest bedroeg in totaal 471 miljoen kilo, becijfert het CBS. Dat is ruim binnen de maximaal toegestane hoeveelheid die de Europese Unie heeft bepaald.
De stikstofuitscheiding lag bijna 7 procent onder het zogeheten stikstofplafond waar Nederland zich aan moet houden. Sinds 2017 is de hoeveelheid stikstof die door de veestapel wordt geproduceerd in totaal met 41 miljoen kilo afgenomen. Dat is 8 procent. Zo’n driekwart van die vermindering komt op het conto van de melkveehouderij: boeren zijn minder melkkoeien gaan houden. Ook het aantal varkens en de hoeveelheid pluimvee daalt al enkele jaren.
Een andere factor die heeft bijgedragen, is dat het stikstofgehalte van het gras dat de dieren te eten kregen vorig jaar relatief laag was. Dat gehalte kan per jaar variëren door de weersomstandigheden.
Volgens de plannen van minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) zal de stikstofuitstoot van de landbouwsector nog veel verder omlaag moeten. De coalitie heeft afgesproken dat in 2030 zeker 74 procent van de stikstofgevoelige natuurgebieden niet langer mag worden blootgesteld aan te hoge concentraties. Om dat te bereiken, zou de uitstoot van de landbouw volgens de minister ongeveer 40 procent extra moeten dalen.
Uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt verder dat de sector ook iets minder fosfaat heeft geproduceerd dan een jaar eerder. De totale fosfaatuitscheiding bedroeg 148 miljoen kilo, 1,8 procent minder dan in 2020. Ook hier bleven de boeren binnen het plafond dat de EU heeft vastgesteld.
Stikstofverbindingen als ammoniak kunnen in te hoge concentraties schadelijk zijn voor de natuur. Grassen, brandnetels en bramen gaan er bijvoorbeeld harder door groeien, waardoor andere plantensoorten worden verdrongen. Dat kan doorwerken in de stand van insecten die van deze soorten afhankelijk zijn. Ammoniak draagt ook bij aan de vorming van fijnstof, dat schadelijk is voor de gezondheid, legde onderzoeksbureau TNO deze week nog uit in een rapport.
Ook fosfaat kan het milieu schaden. „Het kan vanaf het boerenland uitspoelen naar het oppervlaktewater. „Dit is slecht voor de waterkwaliteit en biodiversiteit”, legt Wageningen University & Research daarover uit. Door toevoer van fosfaat kunnen bijvoorbeeld algen snel gaan groeien.