Kabinet gaat twaalf vrouwelijke uitreizigers uit Syrië ophalen
Het kabinet gaat twaalf van terroristische misdrijven verdachte vrouwelijke uitreizigers en hun kinderen ophalen uit Syrië. De rechtbank in Rotterdam bepaalde op 11 mei dat de vrouwen binnen vier maanden moeten worden gerepatrieerd. Als dat niet gebeurt, worden de strafzaken tegen hen stopgezet en kunnen ze niet meer vervolgd worden.
Het kabinet zal „om straffeloosheid te voorkomen, met de relevante (internationale) partijen verder spreken om te bezien of en hoe het mogelijk is de verdachten in deze specifieke casus ter berechting naar Nederland over te brengen”, schrijft minister Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) aan de Tweede Kamer.
In het verleden heeft het kabinet vaker IS-vrouwen die vastzitten in kampen in Syrië opgehaald. Dat gebeurde voor het laatst begin februari. Toen werden vijf vrouwelijke Syriëgangers met hun elf kinderen opgehaald. Ook zij moesten van de rechter worden opgehaald zodat ze hier zouden kunnen worden vervolgd.
Het kabinet zet in op berechting in de regio waar de misdrijven zijn gepleegd. Maar dat is vooralsnog niet mogelijk, concludeerde Yeşilgöz na een bezoek aan Irak in mei. Ook ziet zij niet snel mogelijkheden voor berechting van Nederlandse uitreizigers door middel van videoconferentie.