Zorgen Defensie over stijgende kosten voor nieuwe onderzeeboten
Bij Defensie maken ze zich zorgen over de stijgende kosten die zijn gemoeid met de aanschaf van vier nieuwe onderzeeboten. „U hoort ongetwijfeld ook in mijn woorden doorklinken dat ik er niet geheel gerust op gesteld ben dat we niet aan de prijs moeten gaan sleutelen”, zei staatssecretaris Christophe van der Maat in de Kamer.
Zijn ministerie wil vier nieuwe onderzeeboten aanschaffen om de huidige vier van de Walrus-klasse te vervangen. Daar is naar verluidt zeker 4 miljard euro mee gemoeid. Officieel wil het kabinet niet meer kwijt dan dat er meer dan 2,5 miljard euro wordt uitgetrokken voor het project dat al grote vertraging heeft opgelopen.
De prijzen stijgen hard. Van der Maat zei „lichtelijk nerveus” te worden als hij kijkt naar de prijsontwikkeling van staal. Hij hoopt na de zomer de Kamer hierover meer duidelijkheid te kunnen geven. Dan zal hij ook zeggen wat de gevolgen zullen zijn van een mogelijke substantiële prijsstijging voor de andere bestellijstjes van Defensie.
Ook in de Kamer zijn zorgen over het budget voor de nieuwe onderzeeboten. Is het vastgestelde budget nog wel realistisch, wilde Peter Valstar (VVD) weten.
Het project duurt veel langer dan verwacht. Oorspronkelijk was het idee om al in 2028 met de vervanging te beginnen. De verwachting is nu dat de eerste twee nieuwe onderzeeboten in periode 2034-2037 operationeel zullen zijn. De keuze welk bedrijf de boten mag gaan bouwen, moet nog worden gemaakt. Er zijn drie scheepswerven hiervoor in de race. Dit jaar wordt de werven nog om een offerte gevraagd.