Ouders van pubers onzeker
De overgrote meerderheid (84 procent) van ouders van pubers vraagt zich wanhopig af of ze het wel goed doen. In 87 procent van de gezinnen met pubers is, soms dagelijks, ruzie. Bij één op de vijf á zes ouderparen is het gedrag van de puber een aanslag op hun nachtrust. Ondanks alles voelt 52 procent van de opvoeders van pubers zich redelijk gelukkig.
Dat blijkt uit een onderzoek van advies- en onderzoeksbureau Regioplan in opdracht van het vakblad J/M Pubers. Voor het onderzoek vulden ruim vierhonderd ouders, voornamelijk moeders, een enquête in.
De meerderheid van de ondervraagden (55 procent) vindt dat de overheid meer steun biedt aan ouders met kleine kinderen. Een groot deel heeft behoefte aan goede informatie en meer steun van overheid en partner.
Bij ruzie probeert veruit de meerderheid van de ouders van puberende kinderen te onderhandelen, maar wordt daar moe van. Toch weet 39 procent voet bij stuk te houden. Slechts in 12 procent van de gezinnen wordt niet onderhandeld. Bijna eenderde van de ouders voelt zich minder fit en energiek sinds de kinderen puber zijn. Een kwart van alle ouders ziet de relatie met hun partner verslechteren door het pubergedrag van de kinderen.
Toch voelt 52 procent zich redelijk gelukkig, 12 procent voelt zich gelukkig noch ongelukkig en eenderde is erg gelukkig. Een op de 22 ouders is behoorlijk ongelukkig. Zoals één ouder toelicht: „Je mag er zijn, maar bent in hun ogen niet echt nodig. Voor mij betekent dat een complete ommezwaai in mijn leven."