Onderzoekers bouwen riffen van dode perenbomen in Waddenzee
Onderzoekers van het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) hebben omgekapte perenbomen geplant in de bodem van de Waddenzee, tussen Texel en Vlieland. Ook in de Oosterschelde in Zeeland zijn perenbomen geplant. De dode perenbomenbossen vormen riffen waarin vissen en andere onderwaterdieren zich kunnen verschuilen. Het experiment TreeReef moet de onderwaternatuur in de zee versterken.
Volgens het NIOZ lagen er vroeger veel meer dode bomen op de bodem van de Noordzee, de Waddenzee en de Zuiderzee. Nu is het grootste deel van de Nederlandse zeebodem zandig en kaal. Vissen kunnen er geen schuilplaatsen vinden. Daarvoor hebben ze riffen nodig. Er bestaan al kunstmatige riffen om de biodiversiteit in zee te helpen, maar het gebruik van dode bomen is nieuw.
Nederland heeft ongeveer 100.000 hectare aan boomgaarden. Jaarlijks wordt ongeveer 250 hectare gerooid om plaats te maken voor jonge bomen. Perenbomen bieden door hun grillige groeiwijze veel schuilplekken aan dieren, aldus de onderzoekers. De wetenschappers hebben lang moeten puzzelen op een manier om de bomen onder water overeind te houden, maar dat is volgens het NIOZ nu gelukt.
Het NIOZ gaat in de komende jaren volgen hoeveel vissen en andere organismen zich in de dode bomen vestigen. Ook wordt bestudeerd welke planten op het dode hout gaan groeien. De TreeReefs moeten ook aantonen dat riffen belangrijk zijn voor herstel van de biodioversiteit in zee.