„Het is belangrijk dat het niet bij dit statement blijft”, zegt Jan Struijs, voorzitter van de NPB. „Dit onderwerp mag nooit meer van de agenda verdwijnen.” Volgens hem moet er „veel meer gebeuren”. „Er is veel werk aan de winkel, van de werving en selectie tot en met de werkcultuur. We zien dat gemotiveerde mensen met een migratieachtergrond binnenkomen bij de politie en zich vervolgens moeten conformeren aan de politiecultuur. Daar leveren ze unieke kwaliteiten voor in.”

De ACP spreekt van een „heel goede zaak dat de politie hier nog meer aandacht aan gaat besteden”. „Het laatste wat je wil is racisme, discriminatie of uitsluiting binnen de politie”, aldus een woordvoerder. Of de maatregelen genoeg zijn, zal de tijd leren, zegt hij. „Mensen die zich schuldig maken aan discriminatie of uitsluiting om welke reden dan ook, horen niet thuis binnen de politie. Politiemensen moeten zich vrij voelen om dat gedrag te melden.”

De aanleiding voor de strengere aanpak is volgens plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer de recente KRO-NCRV-documentaire De blauwe familie. Daarin praten (voormalig) agenten over uitsluiting, racisme en andere vormen van discriminatie bij de politie.

Volgens de topvrouw van de politie volgt er voortaan bij discriminatie „altijd een sanctie en zo nodig ontslag”. Tot nu toe handelde de politie zulke kwesties volgens Huyzer in sommige gevallen af met „een goed gesprek”. „Excuses zoals dat gebeurde onder het mom van werkdruk en stoom afblazen gaan niet meer op”, zei zij in NRC. „Discrimineren, racistisch gedrag, buitensluiten, het moet altijd consequenties hebben. Het betekent niet dat altijd ontslag volgt, maar het is wel het uitgangspunt van waaruit we de schending beoordelen.”

De politieleiding heeft een landelijk coördinator aangesteld om discriminatie, racisme en uitsluiting terug te dringen. Ook moeten slachtoffers beter op de hoogte worden gebracht van waar ze terechtkunnen en verwacht de politietop meer verantwoordelijkheid van leidinggevenden binnen de politie.