Geen stagevergoeding voor ruim vier op tien studenten
Van de hbo- en universitair studenten krijgt 44 procent geen stagevergoeding. Ook heeft een op de vier studenten het gevoel te worden ingezet als normale werknemer, zonder dat daar een eerlijke vergoeding tegenover staat. Dat staat in een rapport van onderzoeksbureau ResearchNed, dat in opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) hier onderzoek naar deed.
Voor het onderzoek vulden in maart en april ruim 4900 studenten een vragenlijst in. Daaruit blijkt volgens het ISO dat studenten hun stage ervaren als een leerzaam en vaak essentieel onderdeel van hun opleiding. Maar volgens de studentenorganisatie is de positie van stagiairs nog steeds te verbeteren.
Zo geeft 19 procent van de deelnemers aan het onderzoek aan dat zij als stagiair te veel verantwoordelijkheden kregen. „Een stage mag best uitdagend zijn, maar het kan niet zo zijn dat je als stagiair wordt opgezadeld met een gigantische waslijst aan taken en verantwoordelijkheden”, zegt ISO-voorzitter Lisanne de Roos.
Het ontbreken van een stagevergoeding stelt studenten geregeld voor problemen, aldus het ISO. In de sectoren onderwijs en gezondheidszorg, de sectoren waar het meest stage wordt gelopen, ontvangen studenten het minst vaak een stagevergoeding. Het ISO vermoedt dat dit komt omdat vaak niets staat opgenomen in de cao, waardoor stagiairs zijn aangewezen op de welwillendheid van een werkgever. „Een fulltimestage is vaak niet of nauwelijks te combineren met een bijbaan. Studenten verkeren in financieel zwaar weer als de inkomsten van hun bijbaan noodgedwongen wegvallen en er geen vergoeding voor in de plaatst komt”, aldus De Roos.
Dat beaamt ook Ama Boahene, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond. Wie voltijds stage loopt maar daar geen vergoeding voor krijgt zal zich volgens haar dan ook „dieper in de schulden moeten steken”. Studenten zitten in een kwetsbare positie, aldus Boahene, omdat stage lopen vaak verplicht is „en je wilt geen studievertraging oplopen door problemen met je stagebedrijf. Veel studenten weten ook niet wat redelijk is om te vragen. Daarom zou het goed zijn als hier landelijke richtlijnen voor komen.”