Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) baseert haar conclusies op literatuuronderzoek, wat wil zeggen dat verschillende wetenschappelijke studies naar het onderwerp zijn bekeken. Het instituut wil dat er meer onderzoek komt naar waar microplastics vandaan komen en hoe we eraan blootgesteld worden. Er moeten betrouwbare technieken worden ontwikkeld om microplastics in de bodem te kunnen analyseren.

Microplastics zijn kunststofdeeltjes kleiner dan vijf millimeter. Ze ontstaan bij slijtage aan kunststofproducten, zoals bij het dragen en wassen van synthetische kleding, of wanneer zwerfafval uiteenvalt. Ook worden ze toegevoegd aan bijvoorbeeld verzorgingsproducten. Microplastics zijn niet afbreekbaar en kunnen dus gaan rondzwerven in de natuur, ook in de bodem. „Als dit zo doorgaat”, stelt het RIVM, „zorgt de ophoping van microplastics in de bodem mogelijk voor schade aan gezondheid van mensen, planten, dieren en bodemorganismen”.