Dat bleek vrijdag uit uitlatingen van vice-premier Zalm na het kabinetsberaad.

Volgens hem kunnen er grote problemen ontstaan als ambtenaren rechtstreeks, zonder tussenkomst van de minister, kunnen worden gehoord door leden van de Tweede Kamer. „Stel dat ambtenaren van een departement verschillende standpunten ventileren. Voor je het weet krijg je dan problemen met de ministeriële verantwoordelijkheid.”

De commissie wil de rol van de Kamer versterken in de beginfase van een infrastructureel project. Dat zou kunnen voorkomen dat de Tweede Kamer later dure aanvullende eisen stelt bij de uitvoering van het project. Zalm ziet ook hier gevaren. Hij is er geen voorstander van als de Tweede Kamer zelf een selectie maakt uit allerlei projecten die bij de ministers worden aangedragen. „Dan gaat de Kamer regeren en het kabinet controleren. Dat is niet wat mij voor ogen staat.”

De vice-premier is wel positief over het voorstel van de commissie-Duivesteijn om te beginnen met een discussie over nut en noodzaak van een project en vervolgens duidelijke beslismomenten aan te geven, voordat overgegaan wordt tot de uitvoering.

Volgende maand buigen de ministers zich over wat Zalm „de staatsrechtelijke wijzigingen” van de commissie-Duivesteijn noemt.