Rotterdamse raad akkoord met verkoop Warmtebedrijf aan Vattenfall
De Rotterdamse gemeenteraad heeft ingestemd met de voorgenomen verkoop van het Warmtebedrijf Rotterdam aan energieleverancier Vattenfall. Hiermee is de gemeente Rotterdam niet langer aandeelhouder in het Warmtebedrijf. „Een zware beslissing, maar onvermijdelijk”, aldus wethouder Financiën Arjan van Gils in een raadsdebat over het langlopende dossier donderdag.
Het Warmtebedrijf Rotterdam, waarvan de gemeente Rotterdam grootaandeelhouder is, zorgt er sinds 2006 voor dat restwarmte afkomstig van de Rotterdamse industrie naar de stad wordt gebracht om op een duurzame manier woningen te verwarmen. Vanaf het begin leidde het een kwakkelend bestaan omdat er minder huizen gebruik maken van deze stadsverwarming dan waar van tevoren op werd gerekend.
Om het Warmtebedrijf van een dreigende ondergang te redden zou een nog aan te leggen pijpleiding tussen Rotterdam en Den Haag een afsplitsing naar Leiden krijgen. De gemeente vond echter dat daar onverantwoorde financiële en juridische risico’s aan waren verbonden en besloot in oktober de financiering te stoppen.
Half mei maakte Vattenfall bekend dat het voornemens is het Warmtebedrijf over te nemen, tot genoegen van het Rotterdamse college. Nu de gemeenteraad heeft ingestemd moeten ook de Provinciale Staten akkoord gaan met de voorgenomen verkoop, aangezien de provincie Zuid-Holland eveneens aandelen in het Warmtebedrijf heeft. Die beslissing zal vallen op 15 juni.
Voor de levering van de warmte aan klanten in Rotterdam en Hoogvliet verandert er niets, klanten blijven dus gewoon klant bij hun huidige warmteleverancier, zo laat Vattenfall weten. Het bedrijf wil met de overname de warmtevoorziening aan aangesloten wijknetten waarborgen.