Ondernemer Dogterom bouwde op zijn eigen erf acht chalets voor arbeidsmigranten
Huisvesting van arbeidsmigranten is voor veel gemeenten een hoofdpijndossier. Volgens agrariër Jacob Jan Dogterom uit Oude-Tonge hoeft dat echter niet zo te zijn. „We moesten van ver komen, maar inmiddels loopt onze gemeente voorop.”
Bij Dogterom kreeg dat vorm door de plaatsing van acht chalets op het erf. „Een goede oplossing.”
Het was de bedoeling de mogelijkheden van arbeidsmigrantenhuisvesting onder de aandacht te brengen op een open dag, georganiseerd door LTO Nederland. De bijeenkomst ging dinsdag echter niet door omdat er te weinig belangstelling was. Een gemiste kans, wat Dogterom betreft. „Ik hoop maar dat het geen desinteresse is. Als de politiek haar verantwoordelijkheid niet neemt, blijft het een probleem.”
Een probleem dat zich nu uit in arbeiders die worden gehuisvest in tenten of oude schuren. „Het zijn soms mensonterende omstandigheden. Juist daarom is reguleren zo belangrijk.”
Op veel plekken in Nederland is die regulering er niet, volgens Dogterom. „Tot een jaar geleden behoorde Goeree-Overflakkee daar ook toe, maar dat is inmiddels veranderd. Nu ligt er mooi beleid, waar andere gemeenten van kunnen leren. Voor veel mensen is het onderwerp echter een ver-van-mijn-bed-show. Als jij er niet direct mee te maken hebt, dan zal het wel.”
Polen
Hoe kwam dat nieuwe beleid tot stand? „Sinds 22 jaar werken we hier op het bloembollenbedrijf met arbeidsmigranten, voornamelijk Polen. Die zijn tweederde van het jaar in dienst. Eerst waren dat zes mensen, waarvoor het makkelijk was een huis te huren. Maar later kwamen er veel meer seizoenarbeiders, en tegelijkertijd kampten we met grote krapte op de huizenmarkt. Arbeiders op eigen erf huisvesten ging niet zomaar, dus bleven de vakantieparken over als oplossing.”
Als bestuurder van LTO had Dogterom regelmatig een gesprek met de gemeente. „Hoewel we verschillende keren het huisvestingsprobleem aankaartten, werd geen actie ondernomen. Tot er spanning ontstond op de vakantieparken. Want de arbeiders staan vroeg op om te gaan werken, terwijl anderen er vooral voor hun rust zitten.” Hij glimlacht even. „Onder druk worden dingen vloeibaar hè?” Niet lang daarna zette de gemeente de eerste stappen om tot nieuw beleid te komen.
Toen kwam hem via het nieuw opgestarte bedrijvenloket iets ter ore. „Het oude bestemmingsplan van de voormalige gemeente Oostflakkee bleek bij gebrek aan nieuw beleid nog van kracht te zijn. Dat hield in dat je vijftien mensen mocht huisvesten in semipermanente woningen. Maar ja, wat is semipermanent?” Het duurde enkele weken voor daar antwoord op kwam. Semipermanent houdt in dat de woningen toegang hebben tot gas, elektriciteit en water, maar er geen wielen onder zitten en het geen ‘vaststaand’ gebouw is.
Samen met een collega besloot Dogterom een vergunning aan te vragen voor enkele huisjes. Dat zorgde ervoor dat de gesprekken voor nieuw beleid in een stroomversnelling kwamen.
Dogterom: „Nu wordt er door de gemeente echt meegedacht. Jarenlang heeft niemand ons verteld dat we gewoon semipermanente woningen mochten plaatsen voor een beperkte groep mensen. Je zou van ambtenaren verwachten dat ze meedenken met ondernemers. Maar we hebben het wiel dus zelf moeten uitvinden.”
Eind vorig jaar ging het nieuwe beleidsplan in. „Daarmee heeft Goeree-Overflakkee echt een grote inhaalslag gemaakt. Van hekkensluiter zijn we koploper geworden in Nederland. Zeker, ik ben kritisch, maar we moeten ook de positieve dingen benoemen.”
Inmiddels staan er op het terrein van Dogterom acht chalets, met in iedere woning twee arbeidsmigranten. In het nieuwe beleid mag een ondernemer maximaal twintig werknemers huisvesten in chalets op eigen erf. Wil je tussen de twintig en veertig mensen herbergen, dan moet je een gebouw neerzetten. Daarnaast komen er op het eiland drie grootschalige huisvestingsprojecten, met 150 tot 200 man per locatie.
De ervaringen met de chalets zijn tot dusver heel positief. „Zowel de werknemers, de werkgever -ik dus- en de omgeving zijn tevreden”, aldus Dogterom. „Het zijn mooie woningen. Twee slaapkamers, een keuken, een douche: alles zit erin. Ze wonen op zichzelf en hebben ruimte voor de deur. Genoeg mensen op het eiland hebben minder ruimte om hun huis”. Ander voordeel is dat de werknemers geen reistijd of -kosten hebben. „Tussen de middag kunnen ze allemaal gewoon thuis eten.”
Kapotte kookplaat
Tegelijkertijd zit er een nadeel aan die verbondenheid, vertelt de Oude-Tongse agrariër. „Je hebt 24 uur per dag met je arbeidskrachten te maken. Als er wat is, ben je het eerste aanspreekpunt. Dat varieert van een kapotte kookplaat tot medische hulpverlening.” Daarnaast komt er de nodige administratie bij.
Ondernemers die arbeidsmigranten op hun erf huisvesten, krijgen een tijdelijke vergunning van maximaal vijf jaar. „Daar is bewust voor gekozen. Als de huisvesting verpauperd is of er zijn veel problemen, kan de gemeente simpelweg de vergunning intrekken. Op die manier hou je de vinger aan de pols.” Wel is het belangrijk dat de gemeente handhaaft en zaken niet op z’n beloop laat. Migranten worden met de nieuwe lokale regelgeving ook beschermd tegen hun werkgever én huisbaas. „Je mag mensen niet zomaar op straat zetten. Ze moeten minstens veertien dagen hebben om te vertrekken.”
De ondernemers betalen een soort toeristenbelasting om de werknemers te mogen huisvesten. Voor de arbeidskrachten worden de kosten verrekend in het uurloon. Dat werkt goed, aldus de agrariër. „Er was vanuit arbeidskrachten en bemiddelingsbureaus veel interesse voor. Zeker in de eerste tijd werd ik wekelijks gebeld of er nog plekken vrij waren.”
De problemen rondom de huisvesting van arbeidsmigranten zijn volgens Dogterom dan ook groot. Hij schat dat er zo’n duizend arbeiders in allerhande huizen, schuren en vakantieparken ondergebracht zijn.
Of het bieden van huisvesting van arbeidsmigranten overal een oplossing is, durft de Oude-Tongenaar niet te zeggen. „Je kunt je afvragen of het handig is dat er straks bij iedere boerderij een paar huisjes staan. Maar dit is in ieder geval een stap in de goede richting.”