Philips grootste daler in positieve AEX na adviesverlaging
Philips was woensdag de grootste daler in de Amsterdamse AEX-index. Het zorgtechnologieconcern kampte met een adviesverlaging. De Europese beurzen veerden daarentegen weer op na de recente koersverliezen. Beleggers bleven wel terughoudend vanwege de aanhoudende zorgen over de impact van de hoge inflatie op de economie.
Daarnaast wordt uitgekeken naar de notulen van de laatste beleidsvergadering van de Amerikaanse Federal Reserve. De aantekeningen bevatten mogelijk aanwijzingen over de toekomstige rentestappen. Begin mei schroefde de Fed de rente in de Verenigde Staten met een half procentpunt op om de hoge inflatie te bestrijden. In Nieuw-Zeeland verhoogde de centrale bank de rente woensdag ook met een half procentpunt om de sterke stijging van het algemene prijspeil aan te pakken.
De hoofdindex op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,7 procent hoger op 684,60 punten. Een dag eerder verloor de graadmeter nog 2 procent. De MidKap klom 1,8 procent tot 1021,27 punten. De beurzen in Frankfurt, Parijs en Londen wonnen tot 0,6 procent.
Philips zakte 1,5 procent. Analisten van de Amerikaanse bank JPMorgan schroefden hun aanbeveling voor het concern terug naar verkopen. De verzekeraars Aegon en NN Group waren de sterkste stijgers in de AEX, met plussen van 2,7 en 2,1 procent.
In de MidKap steeg Air France-KLM 7,7 procent. De luchtvaartcombinatie zag dinsdag een vijfde aan beurswaarde verdampen na de aankondiging van de uitgifte van nieuwe aandelen. Met de opbrengst wil het concern de tijdens de coronacrisis ontvangen staatssteun sneller terugbetalen.
Lucas Bols klom 1,9 procent. De dranken- en likeurenproducent profiteerde in zijn gebroken boekjaar van de geleidelijke heropening van de horeca en keerde terug naar het niveau van vóór de pandemie. Topman Huub van Doorne stelde erg tevreden te zijn met de resultaten en positief te zijn over de vooruitzichten. Het bedrijf waarschuwde wel voor verdere prijsverhogingen om de hogere kosten te compenseren. Envipco kelderde 10 procent. De maker van statiegeldmachines zag de omzet in het eerste kwartaal stijgen dankzij sterke prestaties in Noord-Amerika, de grootste markt van het bedrijf, maar leed wel verlies. Het bedrijf kampt met uitdagingen in de toeleveringsketen en hogere transportkosten.
De euro was 1,0687 dollar waard, tegen 1,0730 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,9 procent meer op 110,71 dollar. Brentolie werd 0,8 procent duurder op 114,50 dollar per vat.