Kaag: snelheid corona-uitgaven soms ten koste van zorgvuldigheid
De snelheid waarmee in het coronajaar 2021 beslissingen werden genomen met „grote financiële consequenties”, ging „soms ten koste van de gebruikelijke zorgvuldigheid”. Dat erkent minister Sigrid Kaag (Financiën) bij het aanbieden van het financieel jaarverslag van de Rijksoverheid op Verantwoordingsdag.
Net als in 2020 ging veel extra geld naar de bestrijding van de coronapandemie en naar steun voor bedrijven die last hadden van beperkende maatregelen. In totaal was dat ruim 33 miljard euro, bijna drie keer zoveel als begroot. Het waren „financiële injecties van niet eerder vertoonde omvang”, zegt Kaag. „We hebben veel extra uitgegeven maar er ook veel voor teruggekregen.”
Zij wijst op het snelle economische herstel na de coronacrisis, dat volgens haar mede te danken is aan de miljardensteun waarmee banen behouden konden blijven. Voor veel mensen zorgde dat voor „belangrijke lichtpunten in een jaar vol tegenslagen”, aldus Kaag.
De minister erkent wel dat de kwaliteit van het financieel beheer op de departementen „aantoonbaar” omhoog moet. „Dat moeten wij als kabinet met z’n allen beter doen”, zegt zij. De Algemene Rekenkamer heeft opnieuw veel kritiek op de onderbouwing van miljarden euro’s aan uitgaven en verplichtingen die de overheid is aangegaan.
Kaag noemt het „heel zorgelijk” dat het financieel beheer opnieuw een onvoldoende krijgt van de Rekenkamer. „Ook omdat het een aantal jaren opeenvolgend is.” Dat wil overigens niet per se zeggen dat geld op de verkeerde plekken is terechtgekomen, benadrukt zij. „Maar je wilt het idealiter 100 procent zeker weten.”
De helft van de onvolkomenheden is volgens Kaag „coronagerelateerd”, maar een deel is ook structureel van aard. „Het is zaak dat we dat allemaal rechttrekken. Ik zie dat als urgent.”
De zorgen van de Rekenkamer om de rechtmatigheid van de miljardenuitgaven die het kabinet wil doen aan klimaatbeleid en natuurbescherming, deelt Kaag niet. Aan de fondsen die daarvoor zijn ingericht zijn „best wel strakke kaders” gesteld wat betreft bijvoorbeeld doelmatigheid en uitvoering, vindt zij.