Kamp weigerde onlangs te voldoen aan een verzoek van de Antilliaanse autoriteiten om mariniers in te zetten om enkele gevaarlijke wijken op Curacao af te zetten. Tegen de Kamer zei de bewindsman „zeer terughoudend te zijn met de inzet van Nederlandse militairen op het land. In de zaak tegen Eric O. hebben we ervaren welke risico’s een militair loopt als hij militaire dingen doet. Wat kan er dan allemaal niet gebeuren als die militair wordt ingezet in civiele zaken. Ik ga mijn mensen geen dingen laten doen waarvoor zij niet zijn geselecteerd en opgeleid."

De Graaf voert volgende week op de Antillen besprekingen met de regering Ys over ander andere een verzoek om meer bijstand van de Koninklijke Marechaussee bij de bestrijding van de drugshandel. Anders dan bijvoorbeeld mariniers zijn marechausee’s wel opgeleid voor politiewerk.

Volgens Kamp zijn de maatregelen die nu worden genomen om drugstransporten over zee tegen te gaan, het maximale wat op dit moment mogelijk is. Zo komen er vanaf volgend jaar vijf nieuwe supersnelle patrouilleboten bij, krijgt de kustwacht de beschikking over een helikopter met nachtzicht, komt er een walradarsysteem en worden er twee nieuwe steunpunten bijgebouwd, een op Curacao en een op Sint Maarten.

In een terugblik op het afgelopen jaar liet Kamp nog eens merken zich fors geërgerd te hebben aan de opstelling van Aruba. Het semi–autonome eiland weigerde aanvankelijk mee te werken aan effectief opereren van de kustwacht. De irritaties liepen zelfs zo hoog op dat Kamp de Arubaanse regering dreigde zijn handen van het eiland af te trekken. „Dan zoeken jullie het zelf maar uit."

Inmiddels is Aruba bijgedraaid, maar Kamp is nog steeds niet tevreden over de gang van zaken rond de kustwacht. „Ik zou graag een stapje terug willen doen. Alle problemen die zich voordoen moeten wij oplossen. Wat de Antilliaanse en Arubaanse autoriteiten moeten doen is zich actiever inzetten voor de kustwacht en managementstaken niet langer aan de Marine overlaten."