Kerk & religie

Ds. R. P. van Rooijen met emeritaat: Ik ben een voorbijganger

Oosterwolde is een verstild dorp, niet ver van Elburg. Landelijk, met een gemoedelijke bevolking. Ds. R. P. van Rooijen is er sinds 2014 predikant van de hersteld hervormde gemeente. Woensdagavond nam hij afscheid vanwege zijn emeritaat per 1 mei.

12 May 2022 07:46
Ds. R. P. van Rooijen is met emeritaat, woensdagavond nam hij afscheid van de hersteld hervormde gemeente in Oosterwolde: „Als het om preken gaat, is het zo: Zonder mij kunt gij niets doen. Maar ook: Het is Israëls God Die krachten geeft.” beeld RD, Anton Dommerholt
Ds. R. P. van Rooijen is met emeritaat, woensdagavond nam hij afscheid van de hersteld hervormde gemeente in Oosterwolde: „Als het om preken gaat, is het zo: Zonder mij kunt gij niets doen. Maar ook: Het is Israëls God Die krachten geeft.” beeld RD, Anton Dommerholt

Ds. Van Rooijen en zijn vrouw wonen met genoegen in de Noord-Veluwse plaats. Het is reden voor hen om er na het emeritaat te blijven wonen. Het echtpaar hoopt binnenkort vanuit de pastorie te verhuizen naar een woning iets verderop in dezelfde straat.

Terug naar het westen wil het echtpaar Van Rooijen niet. „We zijn ontwesterd.” En al liggen de wortels van ds. Van Rooijen in Wassenaar, bij Den Haag, de Noord-Veluwe trekt meer. Schilderijen in de woonkamer herinneren nog wel aan het eenvoudige dorp waar zich later steeds meer rijken vestigden.

Na de HBS-B koos Rudolf Pieter van Rooijen -opgegroeid in Wassenaar– in 1972 voor de studie economie in Rotterdam. „Maar ik ben in 1975 overgestapt naar wiskunde, aan de Rijksuniversiteit Leiden. Toen ik in 1981 afgestudeerd was ben ik het onderwijs ingegaan. Ik heb twaalf jaar met veel plezier les gegeven. In Alphen aan den Rijn op wat nu het Groene Hart Lyceum heet.”

18245639.JPG
Ds. R. P. van Rooijen deelt de interesse voor de kerkgeschiedenis met zijn vrouw, M. W. van Rooijen-van Kempen, zelf ook kerkhistorica. beeld RD, Anton Dommerholt

Zowel van zijn kennis van de wiskunde als van de omgang met scholieren heeft de predikant in zijn ambtelijke loopbaan veel plezier gehad, zegt hij terugblikkend. „Door de studie wiskunde leer je analytisch denken. Dat helpt ook bij het preken. En in het onderwijs heb ik geleerd om te gaan met de jeugd. Dat heb ik altijd graag gedaan, en dat is nog zo. Op de catechisaties ga je ook met allerlei soorten jongeren om. De laatste jaren hadden we hier in de pastorie een zondagavondkring voor jongeren: een preekbespreking of een inleiding. Dan kun je jongeren in een ontspannen sfeer spreken. Ze bleven vaak ook nog even napraten. Ja, dat ga ik missen.”

In de jaren zeventig riep de Heere tot het ambt, vertelt ds. Van Rooijen. „De Heere sprak: „Zijt naarstig, om het aangezicht uwer schapen te kennen; zet uw hart op de kudden.” Daarom ben ik in 1980 de vooropleiding theologie begonnen.”

Tukker

Aanvankelijk studeerde hij theologie in Leiden. „Daar was ik ook het liefst gebleven, maar de enige mogelijkheid om verder te gaan was de zaterdagopleiding in Utrecht.”

Warme herinneringen heeft ds. Van Rooijen aan de colleges van dr. C. A. Tukker. „Hij doceerde homiletiek en kerkgeschiedenis. Van hem kreeg je veel mee over de exegese van de Bijbeltekst. Daar heb ik zo veel van geleerd. Ik zeg nog weleens tegen mijn vrouw als ik met een vraag zit over de uitleg van een tekst: Wat zou Tukker ervan gezegd hebben? Ja, ik ben echt gevormd door C. A. Tukker, maar ook door zijn oom ds. W. L. Tukker. Die maakte ik mee toen hij bijstand in het pastoraat verleende in Wassenaar.”

18245640.JPG
Ds. R. P. van Rooijen. beeld RD, Anton Dommerholt

In Leiden liep de student zijn vrouw tegen het lijf. „Mijn vrouw was secretaresse van de kerkgeschiedeniskring van dr. Tukker. Zij stopte en Tukker vond dat ik het maar moest overnemen. Zo begon het”, vertelt de predikant met een glimlach.

Samen delen ze de interesse voor de kerkgeschiedenis, vertelt het echtpaar. M. W. van Rooijen-van Kempen is als kerkhistorica onder meer lid van de werkgroep gereformeerd piëtisme van de achttiende eeuw van Stichting Studie Nadere Reformatie, waarvan ook ds. Van Rooijen al jarenlang lid is. Hij: „Vooral het grensvlak van het gereformeerd piëtisme en de mystiek boeit me.” Hij wijst op een dik boek op tafel. Het is een eeuwenoude uitgave van het werk van de Duitse piëtist Benjamin Schmolke (1672-1737) over hoe de boetvaardige zondaar voor Christus verschijnen mag. „Ja, er klinkt hier veel Duits in huis. Elke morgen lezen we na de Schriftlezing uit een oud Duits gezangenboek. Zo mooi!”

Preses

In 1994 bevestigde ds. J. Kot ds. Van Rooijen in zijn eerste gemeente: Valburg-Homoet. „Een verder vooral rooms-katholieke omgeving.” In 2000 volgde Houten. Daar zat de oude ds. J. van der Haar nog kort onder zijn gehoor.In de Houtense tijd vroeg het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland en de Hersteld Hervormde Kerk veel aandacht. Tien jaar lang was hij preses van de classis Midden van de HHK.

In 2014 leidde de weg opnieuw naar een plattelandsgemeente: Oosterwolde. Ook in Oosterwolde kreeg ds. Van Rooijen al snel taken in de meerdere vergaderingen van de kerk. Eerst op classicaal niveau en in 2016 werd hij scriba van het breed moderamen van de generale synode van de HHK. Een jaar later werd hij als opvolger van ds. L. W. Ch. Ruijgrok tot preses (voorzitter) gekozen. „Het geeft rust dat ik die taken niet meer heb, maar ik heb het altijd graag gedaan. Er zitten twee kanten aan. Aan de ene kant kom je veel te weten over de kerk, wat niet altijd allemaal even mooi is. Aan de andere kant heb ik gezien dat in het moderamen steeds een goede samenwerking is geweest in de breedte van de kerk. Het ging ons niet om eigen belang, maar om de kerk des Heeren. Ik ben gezegend met een zekere nuchterheid. Dat is nodig op zulke posten. Belangrijk is om je nooit partij te laten maken. Soms raken ambtsdragers in de problemen omdat ze partij kiezen. Moeilijk is het dat veel verschillen niet over de waarheid gaan, maar de waarheid wordt er dan soms wel bijgehaald. En dan gaat de grote verwoester er mee verder. Ik vind het wel moeilijk en zorgelijk dat ook kerkmensen tegenwoordig zo scherp reageren. De maatschappij wordt harder, maar dat gaat de kerken niet voorbij. Ook in de coronatijd hebben we als moderamen geprobeerd het belang van de kerk te dienen.”

Nu het emeritaat. Ds. Van Rooijen had graag nog een poosje doorgegaan. „Maar de kerkelijke regels zijn strak.” Wel gaat hij bijstand in het pastoraat verlenen in Spijk, voor 2 à 2,5 dag per week.

Exegese

In alle drukte zocht en zoekt ds. Van Rooijen rust om toch te studeren. „Dat raad ik ook beginnende predikanten aan. Er zijn zo veel prikkels, zo veel stoorzenders, maar een predikant kan niet op alle vogelgeschrei acht geven. Een predikant moet in de eerste plaats het Woord onderzoeken. Als ik van andere predikanten hoor dat ze tien, vijftien bezoeken in een week afleggen, snap ik dat niet. Dat moet ten koste gaan van de preek. Als er niet meer gestudeerd wordt, als er geen kennis meer is van de grondtalen, geeft dat verarming in de preek.”

Ds. Van Rooijen onderzoekt graag de grondtalen om tot een goede exegese te komen. „Dan blijkt dat een tekst soms een andere lading heeft. Verder sla ik de kanttekeningen en de Bijbel met uitleg erop na. Ik gebruik minder commentaren dan in het verleden.”

18245641.JPG
Ds. R. P. van Rooijen. beeld RD, Anton Dommerholt

Puriteinen ontbreken niet in de boekenkast van de predikant, toch vraagt hij zich af of er niet te veel aandacht is voor de Engelse en Schotse oudvaders. „Ik zou de lijn van Kohlbrugge willen vasthouden. Die heeft een afsnijdende prediking, maar wijst ook nadrukkelijk op het verzoenend werk van Christus. Sommige puriteinen komen in wat wettisch vaarwater terecht. Dan ”moet” er zo veel. De catechismus houdt in bijvoorbeeld zondag 23 de rechtvaardigmaking en heiligmaking nadrukkelijk samen. Dat zie je verderop ook bij de geboden die in het stuk van de dankbaarheid staan. Het gaat erom dat we uiteindelijk zien op de Voleinder des geloofs, op de overste Leidsman.”

Een voorbijganger, zo ziet ds. Van Rooijen zichzelf. „En als het om preken gaat, is het zo: Zonder mij kunt gij niets doen. Maar ook: Het is Israëls God Die krachten geeft. Ik heb twee keer corona gehad. Daar was ik erg moe van. Toch heb ik rond Pasen vijfmaal kunnen voorgaan. Dan word je gesterkt.”

De emeritus predikant ziet er naar uit dat het Koninkrijk van Christus komt. „Over landsgrenzen heen. De kerk hier maakt deel uit van de wereldwijde kerk. Dat heb ik ook in mijn werk voor de Stichting Stéphanos in Malawi gezien. Ik bid vaak of Zijn Koninkrijk mag komen. Ja, in de harten van mensen, maar ook in Zijn heerschappij hier op aarde.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer