Dinsdagavond nog werd - ook op verzoek van de Kamer - over de laatste zelfdoding een uiterst kritisch rapport openbaar gemaakt, dat was opgesteld door de commissie-Oebele Brouwer. De Kamer is geschrokken van de uitkomsten van het onderzoek. De betrokken agent schreef in afscheidsbrieven dat hij was tegengewerkt door leidinggevenden en werd genegeerd en gepest op de werkvloer. Na zijn overlijden trok de leiding de echtheid van de brief in twijfel, wilde ze niet dat nabestaanden met de pers spraken en bleek dat een diensttelefoon van de agent was weggegooid.

Brouwer zal in opdracht van de minister en de korpsleiding ook het nieuwe onderzoek doen. De oppositie heeft echter geen vertrouwen erin dat het onderzoek echt onafhankelijk is, omdat de politieleiding zelf ook onderdeel van de problematiek is. Maar volgens Yeşilgöz is er wel degelijk sprake van „volledige onafhankelijkheid”, hebben de onderzoekers alle vrijheid en is er geen enkele beperking. Dat was volgens haar ook bij de eerdere onderzoeken het geval.

Maar de PVV wees erop dat Brouwer niet alle informatie boven tafel kreeg. „Bewijsmateriaal is door de politie zelf vernietigd”, aldus PVV-Kamerlid Lilian Helder, omdat data van een diensttelefoon van de agent was verwijderd en het toestel daarna was weggegooid. Ze wil dat de hele politieleiding onder curatele wordt gesteld en dat de ingeschakelde onderzoekscommissies totaal onafhankelijk worden.

Ook andere partijen spraken schande van de opstelling van de politieleiding, voor en na het overlijden van de medewerker. „Beschamend. Er moet nu iets gebeuren, agenten moeten worden gehoord en weer vertrouwen in de leiding krijgen”, zei Ingrid Michon (VVD). „Na zo veel missers, is er nog zo weinig zelfreflectie”, aldus Hanneke van der Werf (D66). De Kamer dringt aan op een fundamentele wijziging in de structuur en de cultuur van de LE. Ook moet er extern toezicht komen op de voortgang hierin. Dat zal een commissie gaan doen, aldus de minister.

Het nieuwe onderzoek gaat over een digitaal expert die in 2019 een eind aan zijn leven maakte. Daarna volgden nog twee zelfdodingen, door een infiltrant en een medewerker. De mannen ervoeren werkgerelateerde problemen, onder meer door een slechte leiding en een verziekte werkcultuur.