Kamer wil niet dat gebouwen voor Oekraïners worden gevorderd
De Tweede Kamer wil niet dat gebouwen worden gevorderd voor de opvang van onder anderen Oekraïense vluchtelingen. De Kamer wil evenmin dat (tijdelijke) huurcontracten van huurders worden opgezegd om ontheemden uit Oekraïne onderdak te geven. Twee moties hiertoe van Groep van Haga zijn door de Kamer aangenomen.
De Kamer geeft hiermee vooral een signaal af aan het kabinet. Vorige maand gaf staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) al aan dat hij voorlopig geen plekken wil vorderen waar asielzoekers opgevangen zouden kunnen worden. Woonminister Hugo de Jonge zei een week later in een Kamerdebat dat het weliswaar zuur is als antikrakers wellicht straks uit overheidsgebouwen moeten om vluchtelingen onderdak te geven, maar dat dit het risico van antikrakers is.
Het rijk moet gemeenten daarnaast beter helpen bij het ombouwen van rijksvastgoed tot opvanglocaties voor Oekraïense vluchtelingen, zo wil de Kamer. Gemeenten moeten, als ze dat willen, op zijn minst capaciteit en expertise krijgen voor die ombouw en voor de exploitatie van opvangvoorzieningen.
Het kabinet moet Oekraïense kinderen, die zonder begeleiding zijn gevlucht, goed gaan registreren. In Nederland ligt het aantal onbegeleide kinderen veel lager dan in andere landen. De Kamer maakt zich hier zorgen over. Als deze kinderen niet geïdentificeerd en geregistreerd worden, lopen zij een verhoogd risico om slachtoffer te worden van uitbuiting of mensenhandel, zo vreest de Kamer.