TNO zit fout met vuurwerkonderzoek
De kans bestaat dat onderzoeksinstituut TNO een groot aantal onderzoeksrapporten over de risico’s van vuurwerk en andere explosieven openbaar moet maken. De Raad van State stelde woensdag dat de argumentatie van TNO om de gegevens achter te houden niet deugt.
De raad deed uitspraak in een zaak die was aangespannen door advocatenkantoor Houthoff Buruma. Het raadsliedenkantoor wil de TNO-onderzoeken gebruiken in een schadezaak die slachtoffers van de Enschedese vuurwerkramp tegen de staat hebben aangespannen.
Houthoff wil aan de hand van de TNO-gegevens uitvissen in hoeverre de overheid al voor 13 mei 2000 op de hoogte was van de gevaren van vuurwerkopslagbedrijven in dichtbevolkte gebieden. TNO weigerde op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) de gevraagde rapporten openbaar te maken. Het onderzoeksinstituut vreest onder meer misbruik van informatie over vuurwerk en andere explosieven. De Raad van State draagt TNO op om opnieuw over de bezwaren van Houthoff Buruma te beslissen.
De uitspraak betekent een overwinning voor de advocaten van de vuurwerkslachtoffers. Zij zijn al jaren bezig belangrijke informatie over vuurwerkrisico’s van TNO los te weken. Na eerdere rechterlijke uitspraken heeft TNO op grond van de WOB al 30 van de 55 door Houthoff Buruma opgeëiste TNO-rapporten vrijgegeven.
De rechtbank in Amsterdam bepaalde eerder dat TNO beter had moeten aangeven waarom het de inhoud van de documenten, op vier na, niet wil vrijgeven. TNO hoopte dat de Raad van State openbaarmaking van 25 rapporten wilde blokkeren. Daarentegen volgde het bestuursrechtscollege in de hogerberoepsuitspraak grotendeels de uitspraak van de rechter in Amsterdam. De Raad van State vindt echter dat TNO opnieuw moet beargumenteren waarom het weigert alle documenten openbaar te maken.