Vorderingsrisico in Nederland hoog
Bedrijven lopen dit jaar ongeveer 10 miljard euro mis aan oninbare vorderingen. Het aantal definitieve afschrijvingen is sinds eind vorig jaar verder gestegen. Vergeleken met de rest van Europa laat Nederland hoge vorderingsrisico’s zien.
Dat heeft Intrum Justitia dinsdag gesteld op basis van onderzoek naar betalingsgedrag.
Het betalingsverkeer verloopt traag. Niet alleen zijn de oninbare vorderingen groter, ook is de periode dat vorderingen openstaan langer. Een jaar geleden was die nog 40 dagen, inmiddels 42 dagen.
Eerder liet Intrum Justitia al weten dat zowel jongeren als ouderen hun rekeningen steeds minder vaak op tijd betalen. Het bureau stelde vast dat de hoogte van de schulden aanzienlijk is gestegen. Het overheidsbeleid, hogere en meer boetes, alsmede een stabiele loonontwikkeling zorgen voor een achteruitgang van de koopkracht.
Veruit de grootste groep wanbetalers zit in de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar. De toename van de schulden onder jongeren komt vooral door hun ouders. Zij betalen de rekeningen voor bijvoorbeeld doktersbezoeken en lidmaatschappen van hun kinderen voor sportclubs niet. Ook zijn de schulden van jongeren flink opgelopen door hun consumptiegedrag en het gebruik van mobiele telefoons.
Bij 65-plussers is het aantal vorderingen in drie jaar tijd driemaal zo groot geworden. Het incassobureau wijt dat aan de teruggang in koopkracht bij deze groep en de stijging van de vaste lasten. Deze ouderen kunnen basiszaken als huur en energie niet meer op tijd betalen.