Op de online conferentie spreekt de chef internationaal publiek toe samen met Susan Chomba, directeur van het World Resources Institute, en Anders Wijkman, voormalig vicevoorzitter van de Club van Rome. Ze pleiten voor betere klimaatdoelen, om te voorkomen dat de aarde meer dan 2 graden opwarmt in vergelijking met het pre-industriële tijdperk. „Daarvoor is een verandering nodig in onze manier van productie en consumptie”, vindt Andersen.

De Dag van de Aarde wordt gehouden sinds 1970, toen naar schatting 20 miljoen mensen in de Verenigde Staten demonstreerden om aandacht te vragen voor de invloed van de mens op het milieu. Inmiddels is deze uitgegroeid tot een internationale jaarlijkse traditie.

Volgens Wijkman wijzen momenteel alle indicatoren in de verkeerde richting. „Het klimaat, de biodiversiteit en de oceanen. Alles laat zien dat we tot nu toe de oorlog tegen klimaatverandering verliezen”, zegt hij. Armoede, ongelijkheid, energiebronnen en voedselsystemen moeten veranderen, vindt de Zweed.

Chombra benadrukt dat armere mensen niet vergeten moeten worden. „Zij die klimaatverandering niet hebben veroorzaakt en onder de armoedegrens leven, worden het hevigst benadeeld door klimaatverandering. Deze mensen kunnen niet de hoogste kosten betalen voor een duurzame aarde”, aldus de directeur van de internationale organisatie die natuurlijke hulpbronnen wil verbeteren.

In Europa zijn vrijdag in verschillende steden klimaatactivisten de straat op gegaan. Onder meer in Brussel, Berlijn en Warschau roepen mensen hun regeringen op om te stoppen met fossiele brandstoffen uit Rusland. In Eindhoven zijn jongeren op de Dag van de Aarde de straat opgegaan om te demonstreren tegen klimaatonrechtvaardigheid. De actievoerders wijzen op de overstromingen in Limburg en Noord-Brabant van vorig jaar. Volgens hen zijn de zuidelijke provincies de eerste van Nederland waar klimaatverandering merkbaar is.