Vierde kabinet van liberaal Mark Rutte 100 dagen aan de slag
De vierde ploeg van VVD-premier Mark Rutte is woensdag precies honderd dagen aan het regeren. Naast de plannen in het coalitieakkoord, ging veel aandacht in deze periode uit naar de afbouw van de meeste coronamaatregelen en de oorlog in Oekraïne.
Door de Russische invasie in het Oost-Europese land is de gunstige economische situatie onzeker geworden en doemen forse problemen op door stijgende (energie)prijzen. Daarnaast doemt een miljardentegenvaller op door jarenlang onterecht geïnde spaartaks. De coalitiepartijen en het kabinet zoeken deze weken naar manieren om de tegenvallers op te vangen en de koopkracht te beschermen.
Op 10 januari trad het kabinet - opnieuw van VVD, D66, CDA en CU - aan, ruim een jaar nadat het derde kabinet was gevallen vanwege de toeslagenaffaire. Een diepe vertrouwenscrisis op het Binnenhof werd daarvoor overwonnen, die was ontstaan doordat Rutte achter de schermen had gesproken over een functie elders voor het inmiddels van het CDA afgescheiden Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt.
Ook het vertrouwen van de kiezers was laag, mede als gevolg van de blamage van de Belastingdienst die duizenden mensen in de tang nam door ze - onterecht - te betichten van fraude met toeslagen. Rutte wilde er hard voor werken om het lage vertrouwen te herstellen. Hij beloofde „nieuw elan” maar niet duidelijk was hoe dit precies eruit zou zien.
Inmiddels sneuvelde al bijna een minister, Hugo de Jonge, omdat hij niet eerlijk was over zijn betrokkenheid bij een deal die het ministerie van Volksgezondheid had gesloten met Sywert van Lienden. Zijn voormalige partijgenoot van het CDA verdiende vele miljoenen aan publiek geld door mondkapjes te regelen voor de overheid, terwijl hij vooraf zei geen winst te maken. Een motie van wantrouwen werd evenwel verworpen.