Over de vraag hoeveel testcapaciteit op de langere duur moet overblijven zijn de GGD’en in gesprek met het ministerie van Volksgezondheid. Rouvoet noemt het belangrijk om als het nodig is weer te kunnen „opschalen” binnen drie tot vijf weken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als een nieuwe coronavariant opduikt die schadelijker is dan de omikronvariant die nu rondgaat.

Het aantal afgenomen testen daalt al een paar weken. Rouvoet verwacht een verdere afname nu vanaf maandag het advies vervalt om na een positieve zelftest voor bevestiging naar de teststraat van de GGD te gaan. Hoe sterk de daling zal zijn, valt nog moeilijk te zeggen. Sommige mensen zullen toch nog naar de GGD gaan, bijvoorbeeld omdat ze voor een reis naar het buitenland een negatief testresultaat nodig hebben. Of omdat ze bewijs willen hebben voor het geval dat ze langdurige klachten overhouden aan de infectie.

Rouvoet noemt het goed dat hier aandacht voor is. „Op het moment dat je een zelftest hebt gedaan, weet je nog niet dat je long covid zult krijgen”, zegt hij. „Het ministerie heeft wel gezegd dat long covid altijd vast te stellen is door een arts en dat je daar dan ook bij het UWV mee uit de voeten kunt voor een uitkering. Maar ik geloof niet dat iedereen daarvan overtuigd is”, aldus de GGD-voorzitter in radioprogramma Sven op 1. Hij oppert dat het misschien een oplossing is om positieve zelftesten te registreren, bijvoorbeeld bij de huisarts.

Een woordvoerster van het ministerie van Volksgezondheid laat weten dat langdurige covid „inderdaad altijd vastgesteld wordt door een medisch specialist”. Met de diagnose kunnen mensen dan aanspraak maken op bijvoorbeeld bepaalde vervolgzorg. De woordvoerster wijst erop dat de mensen die heel vroeg in de pandemie corona opliepen en daar langdurige covid aan overhielden vaak ook niet zijn getest. De testcapaciteit was toen nog niet zo uitgebreid als later tijdens de crisis.