Minister: in coronajaar 2020 is minder acute zorg verleend
De maatregelen om de verspreiding van corona tegen te gaan, zijn in 2020 van grote invloed geweest op de totale zorgvraag. Zo is veel minder beroep gedaan op de reguliere acute zorg. Er werden minder hartinfarcten, minder alcoholvergiftigingen en minder letsel geregistreerd. De afname van dergelijke ‘reguliere’ patiënten in de acute zorg is veel groter dan de toename van patiënten die met Covid-19 in ziekenhuizen werden opgenomen.
Dat schrijft zorgminister Ernst Kuipers aan de Kamer. Zijn informatie komt van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De cijfers van de NZa neemt Kuipers mee in zijn toekomstig beleid om te komen tot „een robuust acuut zorglandschap”, stelt de minister.
Het aantal patiënten dat zich in 2020 na kantoortijden bij de huisarts meldde, daalde met ruim 8 procent ten opzichte van 2019. Ook binnen kantoortijden klopten in 2020 4 procent minder patiënten bij de huisarts aan. Vanuit huisartsenposten werden minder patiënten doorverwezen naar een spoedeisende hulp in een ziekenhuis. In 2019 werd 13,1 procent van de patiënten naar zo’n spoedpost doorverwezen, in 2020 was dat gedaald naar 12,3 procent.
Die daling vond vooral plaats tijdens de lockdowns in het tweede en het vierde kwartaal van 2020, zo blijkt uit de NZa-cijfers die Kuipers samen met zijn brief aan de Kamer stuurde.
De daling in de reguliere acute zorg vond plaats toen de zorgvraag juist steeg door de toename van het aantal coronabesmettingen. „Deze afname van de reguliere patiëntenstroom naar de acute zorg is vele malen groter dan de toename als gevolg van de patiënten met het Covid-19 virus”, stelt de NZa in haar rapportage. De afname in de acute zorgvraag in 2020 weerspiegelt niet „de druk op de gehele zorg zoals deze in ditzelfde jaar is beleefd”, tekent de NZa aan.