Geloof geen twistappel meer bij benoemingen hooggerechtshof VS
Hoewel kandidaat-opperrechter Ketanji Brown Jackson protestant is, krijgt ze de handen niet op elkaar van veel evangelicals. Anders dan vroeger blijken die de laatste jaren hun steun vooral te geven aan rooms-katholieke kandidaten. Wat is er veranderd?
Nominaal protestants noemt Jackson zichzelf. Ze behoort niet tot een bepaalde denominatie en ze gaat zelden naar de kerk. Maar tijdens de verhoren door de senaatscommissie voor juridische zaken zei ze bij de sollicitatiegesprekken steun te vinden in haar geloof. In het verleden was ze bestuurslid van de Montrose Baptist School, een particuliere onderwijsinstelling van de baptisten. Veel meer deelde Jackson niet mee. En dat wilde ze ook niet, want haar godsdienstige opvattingen hebben volgens haar geen invloed op haar toekomstig werk als opperrechter.
Die gedachtegang sloot kennelijk naadloos aan bij het gevoelen van de senaatscommissie. Jacksons godsdienstige opvattingen waren verder geen punt van discussie. Behalve dan dat senator Graham Lindsey nog even vroeg of ze wel een rooms-katholiek zou kunnen verdedigen. Feitelijk was dat vooral bedoeld als een veeg uit de pan richting de Democraten. Die maakten in het verleden een punt van de rooms-katholieke geloofsovertuiging van Amy Coney Barrett, die in september 2020 door president Trump werd genomineerd.
Conservatieve Republikeinen stemden maandag in de senaatscommissie tegen de benoeming van Jackson. Het feit dat zij de enige protestant in het hooggerechtshof zal zijn, trekt hen niet over de streep. Haar progressieve opvattingen zijn voor de conservatieven onoverkomelijk.
Historisch
Als de protestantse Jackson rond de zomer toetreedt tot het hoogste Amerikaanse rechtscollege telt dat naast haar zes rooms-katholieke rechters, een joodse en een lid –Neil Gorsuch– die formeel episcopaals is maar veel sympathie heeft voor het rooms-katholicisme, de godsdienst waarmee hij is opgevoed. Ketanji Brown Jackson is dan dus de enige opperrechter met protestantse wortels.
Historisch gezien is het rooms-katholieke overwicht binnen het hooggerechtshof uniek. Van de 115 rechters die sinds het begin van de Verenigde Staten in 1789 zijn benoemd, waren er 91 protestant, 15 rooms-katholiek en 8 jood. Rooms-katholieken waren dus tientallen jaren ver in de minderheid. De protestantse rechters behoorden veelal tot de grote gevestigde kerken. Die protestantse achtergrond was ook zo vanzelfsprekend dat bij sollicitatiegesprekken in de senaat de godsdienst zelden ter sprake kwam. Alleen wanneer een niet-protestantse rechter werd voorgedragen was dit punt van discussie.
Ku Klux Klan
Opvallend is dat er nauwelijks rechters zijn geweest uit de kring van de evangelicals. De methodist Harry Blackman was een van de weinigen. Sinds zijn aftreden in 1994 zat er geen evangelical in het hooggerechtshof. Volgens Dan Crane, hoogleraar rechtsgeleerdheid aan de University of Michigan, heeft dat alles te maken met de geringe belangstelling bij evangelicals voor een juridische studie. „Terwijl de evangelicals samen zo’n kwart van de Amerikaanse bevolking vormen, gaat nog geen 7 procent van de studenten uit die kring rechten studeren. Evangelicals geven de voorkeur aan een theologische studie of aan een opleiding op gebied van techniek of bètawetenschappen.”
Het overwicht van de protestanten in het hooggerechtshof sloot aan bij het ideaal dat vooral blanke Amerikanen hadden. Zij wilden dat de VS een land was van blanke protestanten. Toen president Andrew Jackson in 1836 Roger Tancy nomineerde voor het hooggerechtshof –dat was de eerste voordracht van een rooms-katholiek– riep dat veel weerstand op bij protestanten. Dat verzet werd massief toen in 1921 werd bepaald dat tenminste één lid van het hoogste rechtscollege in de VS rooms-katholiek moest zijn. Die tegenstand werd vooral aangewakkerd door de Ku Klux Klan die het oude ideaal van een protestants Amerika cultiveerde.
Bezwaren van protestanten tegen rooms-katholieken kwamen voort uit de zorg dat de volgelingen van Rome ondemocratische opvattingen zouden huldigen. Zij zouden de strikte scheiding van kerk en staat niet respecteren. Daarbij deed de geruchtenmachine ook haar werk.
Toen de rooms-katholieke Al Smith in 1928 de Democratische kandidatuur voor het presidentschap binnenhaalde, gingen er geruchten dat de paus van plan was zijn zetel van het Vaticaan naar New York te willen verplaatsen – gesteld dat Smith zou worden gekozen. Elke benoeming of verkiezing van een rooms-katholiek op een bestuurlijke post werd gezien als machtsuitbreiding van Rome. De laatste keer dat dit anti-katholicisme heftig speelde, was bij de verkiezing van president John F. Kennedy.
Pauselijke dominantie
De omslag kwam in de jaren tachtig van de vorige eeuw. In de strijd tegen het moreel verval van Amerika gingen conservatieve protestanten –vooral te vinden bij de evangelicals– samenwerken met rooms-katholieken. Die maakten in overgrote meerderheid zich eveneens zorgen over de neergang van de moraal in de VS. Republikeinen, sinds Reagan het politieke thuis van conservatieve Amerikanen, steunen daarom sindsdien niet alleen benoemingen van behoudende protestanten maar ook van rooms-katholieken. Het verschil tussen Rome en de Reformatie speelde niet langer een rol en de angst voor pauselijke dominantie verdween als sneeuw voor de zon.
Het gevolg was dat in de jaren negentig met steun van conservatieve senatoren verschillende rooms-katholieke opperrechters werden benoemd. Die tendens resulteerde erin dat met het aantreden van Samuel Alito in 2006 de rooms-katholieken de meerderheid kregen in het hooggerechtshof. Vijf jaar later ging John Paul Stevens met pensioen. Daarmee was de laatste protestant uit het hoogste rechtscollege in de VS vertrokken.
Dat in 2020 bij de benoemingsprocedure van Amy Coney Barrett haar rooms-katholieke geloof door de Democraten aan de orde werd gesteld, had volgens Crane niet zozeer te maken met haar kerkelijke achtergrond, maar met haar conservatisme, zegt prof. Crane. „Het geloof is geen twistappel meer. Het hete hangijzer is of men conservatief of progressief is.”