EconomieNachtvorst

Groeiseizoen begint steeds vroeger

Nachtvorst komt in deze tijd van het jaar regelmatig voor. Fruittelers houden de weersverwachting nauwlettend in de gaten. Maar tot wanneer is het oppassen geblazen?

4 April 2022 20:16
Een fruitteler in Slijk-Ewijk beregend zijn appelboombaard om schade door nachtvorst aan de bloesem te voorkomen (archieffoto). beeld VidiPhoto
Een fruitteler in Slijk-Ewijk beregend zijn appelboombaard om schade door nachtvorst aan de bloesem te voorkomen (archieffoto). beeld VidiPhoto

Weerkundig instituut KNMI stelde begin maart dat de laatste vorst sinds de eeuwwisseling steeds later in het jaar optreedt. Tegelijk begint het groeiseizoen door de klimaatverandering steeds vroeger. Planten ontwaken tegenwoordig zo’n drie weken eerder uit hun winterslaap dan rond 1900.

Het KNMI hanteert als maatstaf de dag waarop de gemiddelde etmaaltemperatuur de 5 graden bereikt en daarna daar niet meer onder komt. Die dag wisselt van jaar tot jaar sterk, maar ligt gemiddeld rond 5 april. Begin vorige eeuw was dat rond 26 april.

Door die twee verschuivingen –een vroeger groeiseizoen en juist later kans op vorst– is de periode waarin er schade aan fruitbomen en andere gewassen kan ontstaan, langer geworden. Rond 2000 duurde die gemiddeld vijf dagen, in 2020 berekende het KNMI die op gemiddeld vijftien dagen – drie keer zolang en langer dan ooit sinds het begin van de metingen in 1901.

IJsheiligen

Opmerkelijk genoeg gaf het KNMI twee jaar geleden, in mei 2020, een heel ander signaal af over de kans op late nachtvorst. De laatste vorstdag zou in dertig á veertig jaar zo’n tien dagen naar voren zijn verschoven. Daardoor zijn vorstdagen tijdens de zogeheten IJsheiligen in mei een zeldzaamheid geworden.

Van 11 tot 14 mei vallen de naamdagen van enkele Rooms-Katholieke heiligen. In de volksweerkunde staan deze IJsheiligen bekend als het einde van de riskante periode voor de landbouw. Curieus detail: in 2020 daalde het kwik op 14 mei in De Bilt tot 1 graad onder nul.

Blijft de vraag hoe het nu precies zit: is er nu steeds later of juist steeds minder laat kans op nachtvorst? KNMI-klimaatexpert Peter Siegmund legt uit dat het instituut de systematiek voor het berekenen van de langjarige trend vorig jaar heeft veranderd. Recente jaren tellen tegenwoordig zwaarder mee dan vroeger.

„Omdat we deze eeuw wat meer late nachtvorsten hadden met een behoorlijk lage temperatuur, loopt de dikke blauwe lijn (zie grafiek, TR) de laatste jaren wat op, terwijl hij in het bericht van 2020 verder naar beneden liep”, zegt Siegmund.

Op de vraag naar de oorzaak van die ogenschijnlijke trendbreuk blijft Siegmund het antwoord schuldig. „We weten het gewoon niet.”

Wel is bekend dat de wind de afgelopen twee decennia in de vroege lente vaker uit het noorden waait. Daardoor kan het ’s nachts behoorlijk koud worden. Maar of die trend een natuurlijke variatie is, of dat er een verband is met de opwarming van de aarde, is volgens het KNMI onduidelijk.

Klimaatverandering

Intussen houdt de klimaatexpert het erop dat op langere termijn hele koude nachten later in het voorjaar toch weer minder vaak voor zullen komen. Dat betekent nog niet dat de periode waarin vorstschade aan fruitbomen kan optreden weer korter wordt.

„Het is duidelijk dat de start van het groeiseizoen steeds verder naar voren schuift. Dat is wel degelijk het gevolg van de klimaatverandering”, zegt Siegmund.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer