De rechtbank in Haarlem veroordeelde Veerman in juli 2003 tot twaalf maanden voorwaardelijke celstraf, een werkstraf van 240 uur en een ontzetting uit zijn beroep van horecaondernemer voor twee jaar. Het OM was niet tevreden met de straf en stelde in augustus 2003 hoger beroep in.

Het OM trekt het beroep in, na de overeenkomst tussen Veerman, de slachtoffers van de brand en de gemeente Edam-Volendam. In het akkoord staat dat de slachtoffers onder meer schadevergoeding krijgen en dat Veerman hieraan meebetaalt.

Volgens het OM is „anders dan destijds het beeld thans dat de slachtoffers er in belangrijke mate de voorkeur aan geven dat de zaak wordt beëindigd, zodat zij niet nogmaals met de hele kwestie in hoger beroep worden geconfronteerd". Ook denkt het OM dat Veerman door de overeenkomst in het hoger beroep waarschijnlijk geen hogere straf krijgt.

„Een wijze beslissing van het openbaar ministerie", meent H. Anker, de advocaat van Veerman. „Hiermee kan het boek gesloten worden." Hij benadrukte dat de verdeding altijd content is geweest met de uitspraak van de rechtbank in Haarlem, die bepaalde dat Veerman „na een eis van zestien maanden niet hoefde te zitten". De taakstraf die de horecaondernemer kreeg opgelegd, zal volgens Anker begin volgend jaar aanvangen.

A. Binken, voorzitter van de Belangenvereniging Slachtoffers Nieuwjaarsbrand Volendam (BSNV), reageert verheugd. „Veerman heeft zijn verantwoordelijkheid genomen door het akkoord te sluiten. Het is nu goed voor Volendam dat het juridische traject definitief is gestopt. Dat zorgt voor rust in Volendam, waardoor de getroffenen de zaak goed kunnen verwerken. Een vervolg zou alleen maar meer emoties oproepen."