Op die manier kan wellicht worden voorkomen dat mensen worden veroordeeld voor daden die ze niet hebben begaan, stelde de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, A. van Delden, zondag in het tv-programma Buitenhof.

Hij reageerde hiermee op de zaak van C. B., die vrijdag na een onterechte gevangenschap van ruim vier jaar werd vrijgelaten. Hij bekende indertijd de moord op de Schiedamse Nienke Kleiss (10) en de poging daartoe op haar vriendje Maikel (11) en werd veroordeeld tot achttien jaar cel en TBS met dwangverpleging. Hernieuwd DNA-onderzoek wees echter een andere dader aan.

Volgens Van Delden hoeft een bekentenis in lang niet alle gevallen te betekenen dat de verdachte daadwerkelijk schuldig is. „Met bekentenissen moet je erg voorzichtig zijn, omdat bekend is dat die soms volledig ten onrechte worden afgelegd, om wat voor reden dan ook”, aldus de voorzitter van de raad.