Zomertijd ingegaan, nacht een uurtje korter
De zomertijd is weer ingegaan. Om 02.00 uur ging de klok een uur vooruit naar 03.00 uur. Dat betekent voor de meeste mensen een uurtje minder slaap.
Door de zomertijd is het ’s ochtends langer donker maar in de avond langer licht. De zomertijd is ooit bedacht om mensen meer gebruik te laten maken van het daglicht. Dat zou kunnen besparen op elektrische verlichting. Tegenstanders betwijfelen dat en veel mensen zeggen fysiek last te hebben van het verschuiven van de tijd: het verstoort de biologische klok.
Voor mensen die het verzetten van winter- naar zomertijd verwarrend vinden, het ezelsbruggetje luidt: vóórjaar - klok vóóruit. In het laatste weekend van oktober wordt de klok weer een uur teruggezet en gaat de wintertijd in. De wintertijd is eigenlijk de ‘normale’ tijd.
Een meerderheid van het Europees Parlement wilde vorig jaar af van het halfjaarlijkse verzetten van de klok. De EU-lidstaten moeten zelf kunnen bepalen of zij permanent op zomer- of wintertijd overschakelen, maar het parlement heeft een uitstelclausule aangenomen om te voorkomen dat er een wirwar aan verschillende tijden ontstaat in de Europese lidstaten. De Amerikaanse Senaat stemde eerder deze maand in met het permanent maken van de zomertijd.