„We kijken of we ergens grootschalige opvang kunnen neerzetten”, zei Van der Burg vrijdag voorafgaand aan de ministerraad. Hij wilde het woord ‘wijk’ niet in de mond nemen, maar stelde wel dat er op bepaalde plekken veel mensen moeten kunnen worden opgevangen. Er wordt nu hard gewerkt aan de realisatie van 50.000 plekken voor gevluchte Oekraïners, maar er wordt rekening mee gehouden dat er meer Oekraïners moeten worden opgevangen. „We zijn allerlei scenario’s aan het uitwerken voor als het er meer dan 50.000 worden” zei Van der Burg.

Er wordt onder meer gekeken naar gebouwen die in bezit zijn van het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast wordt gekeken of leegstaande gebouwen kunnen worden gehuurd. „We hopen dat we hier een heel eind mee komen, maar het is onze taak om voorbereid te zijn op allerlei scenario’s”, aldus de staatssecretaris.

Gevraagd of er wordt gedacht aan de bouw van speciale wijken of dorpen zei hij dat „we kijken of we ergens grootschalige opvang kunnen neerzetten”.

In een inventarisatie die in het bezit is van het NRC wordt de mogelijkheid genoemd van de bouw van vluchtelingendorpen. Voor de inventarisatie worden onder meer de politie, Vluchtelingenwerk Nederland en het Rode Kruis geraadpleegd. Op Radio 1 stelde directeur Frank Candel van Vluchtelingenwerk Nederland dat is „gebrainstormd” over de bouw van speciale dorpen voor de opvang van vluchtelingen.

De realisatie van 50.000 opvangplekken „wordt al heel lastig”, ondanks dat gemeenten hun stinkende best doen. Gemeenten dwingen om extra plekken te realiseren is „op dit moment absoluut niet aan de orde”, benadrukt Van der Burg.

Alles boven die 50.000 opvangplekken zal „nog lastiger” worden, erkent de staatssecretaris. „De directe buurlanden van Oekraïne hebben het echter veel zwaarder dan de rest van Europa. Op het moment dat zij aan hun limiet zitten, dan kunnen wij niet anders dan er klaar voor staan.” Polen en Hongarije kunnen de vluchtelingenstroom nu nog aan. „Als veel naar West-Oekraïne gevluchte Oekraïners het land uit willen, dan houdt het op een gegeven moment voor die grenslanden op. Deze vluchtelingen trekken dan door naar de rest van Europa, waaronder Nederland.”