Rinnooy Kan: Vijftig tot honderd Kamerleden erbij
De landelijke, provinciale en lokale politiek moet op de schop. Het aantal Kamerleden moet met vijftig tot honderd worden uitgebreid en er moet een districtenstelsel worden ingevoerd. Daarvoor pleit emeritus hoogleraar economie en bedrijfskunde Alexander Rinnooy Kan woensdag in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer telt nu 150 leden.
Het huidige politiek stelsel is vastgelopen en vooral „onvoldoende democratisch”, schrijft Rinnooy Kan in zijn plan, dat hij op uitnodiging van de Tweede Kamer heeft opgesteld. De Kamer praat woensdag met experts over de verhouding tussen de landelijke overheid en gemeenten.
Door de lage kiesdrempel komen er steeds kleinere fracties, „gevuld met snel overwerkte fractieleden”. „Extra Kamerleden zijn nuttig en nodig”, schrijft Rinnooy Kan. De nieuwe zetels moeten worden verdeeld over de kiesdistricten. Hiermee wordt de band tussen kiezer en gekozene versterkt, meent Rinnooy Kan. De Eerste Kamer kan worden gekozen door gekozen regioraden. Nu kiezen de leden van Provinciale Staten de 75 senatoren.
Veel gemeenten werken nu in regio’s samen omdat zij taken zoals de jeugdzorg niet zelfstandig kunnen uitvoeren. De gekozen gemeenteraden staan in die regionale samenwerkingsverbanden vaak buitenspel. Dat is Rinnooy Kan een doorn in het oog, stelt hij in een toelichting aan het ANP. De D66-prominent benadrukt het pleidooi op persoonlijke titel te houden.
De bestaande gemeenten gaan wat hem betreft op in veertig tot vijftig democratisch gekozen regio’s, die samenvallen met de kiesdistricten. Vanuit die nieuwe regio’s kunnen taken weer aan gemeenten, deelgemeenten of wijkraden worden toevertrouwd. Dat is afhankelijk van de wens of behoefte in een regio. Deze sub-regio’s kunnen desgewenst rechtstreeks worden gekozen. „Betrokkenheid van inwoners blijft enorm belangrijk”, benadrukt Rinnooy Kan.
Met zo’n regiostelsel worden provincies overbodig en kunnen verdwijnen, vindt Rinnooy Kan. Hooguit kunnen provincies een ceremoniële functie behouden. De hervorming van het bestuur in Nederland „moet nu echt gebeuren”, stelt hij.
Die verhouding tussen ‘Den Haag’ en gemeenten staat al lang onder druk. Gemeenten krijgen er steeds maar taken bij, maar onvoldoende budget om die goed uit te voeren. Het kabinet is het daar niet mee eens. De landelijke overheid heeft gemeenten hard nodig bij de realisatie van delen van het regeerakkoord, zoals de bouw van veel extra woningen en energieplannen.