Bruls: grote opgave opvang Oekraïners gaat nog komen
De 25 veiligheidsregio’s hebben de opvang van de eerste 25.000 Oekraïners zo goed als rond. „Iedereen is enthousiast aan de slag gegaan. Dat aantal gaat lukken”, zegt de voorzitter van het Veiligheidsberaad Hubert Bruls maandag. „Daarnaast verblijven nog veel mensen bij particulieren waarvan wij de precieze aantallen niet kennen.”
De regio’s moeten ieder nog eens 1000 opvangplekken regelen en dat lukt in de ene regio beter dan in de andere. Bruls heeft dan ook zorgen over de langere termijn. „De grote opgave gaat nog komen. We weten niet hoeveel mensen er gaan komen. Dat is de grootste uitdaging”, zegt de burgemeester van Nijmegen, bij een overleg van de burgemeesters van de veiligheidsregio’s maandag.
Er is al woningnood, vluchtelingen in azc’s wachten op een plek om te wonen en dan nu deze vluchtelingenstroom erbij. Dat betekent volgens Bruls dat veel gemeenten moeten terugvallen op „niet reguliere plekken” zoals noodwoningen, leegstaande bedrijfs- en fabriekspanden die moeten worden omgebouwd. Dat kost tijd. „Wij moeten loskomen van de crisisopvang. Dat is echt tijdelijk.”
Bruls sluit niet uit dat op termijn opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen moeten worden aangewezen en dat dit discussies gaat opleveren. Nu al moeten bijvoorbeeld antikrakers hun tijdelijke woningen verlaten. „Locaties aanwijzen is onontkoombaar als de getallen echt gaan oplopen.” Nu is dit juridisch nog niet mogelijk. Bruls pleit ervoor dat het kabinet dit mogelijk maakt. Dat kan volgens hem door een spoedwet.