Lang verwacht
Psalm 40:2
„Ik heb de Heere lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord.”
De Heere Jezus laat Zich niet altijd terstond vinden. Want al is een ziel dikwijls begerig, ja, vurig begerende naar de gezegende Heere Jezus om Hem in het geloof te zien en te ondervinden, zo is het echter daarom nog niet altijd de tijd van de Heere Jezus om Zichzelf terstond te openbaren aan die ziel. Het behaagt Hem soms Zich nog verborgen te houden (Hooglied 5:6; Johannes 20:11).
Het zoeken is dikwijls te haastig, niet recht onderworpen en vol eigen drift. Nee, de Heere woont in geen storm, maar in het suizen van een zachte stilte en wil Zich ontdekken in een vragend, lijdzaam, God eerbiedigend, zwijgend, heilbegerig gemoed (Psalm 27:14; 62:12). Al schijnt de Heere Jezus voor vragende zielen Zich lange tijd als doof te houden en hun smekingen tot voldoening van hun gemoed niet te geven, hoewel die waarlijk goed en Hem behaaglijk zijn, zo hebben zij dan toch te geloven dat de Heere Jezus geenszins met hen zo handelt om hen voor altijd de begeerde zaken te onthouden. Nee, maar Hij vervult op Zijn eigen en bekwame tijd de gelovige begeerten.
Achteraf doet Hij hen uitroepen: „Voorwaar, Gij zijt een God Die Zich verborgen houdt, de God Israëls, de Heiland” (Jesaja 45:15). Om met David te juichen: „Ik heb de Heere lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord” (Psalm 40:2).
Hendrik van Lis, oefenaar te Den Haag
(”Twintig oefeningen”, 1872)