Advocaten hekelen politiewerk in zaak terreurverdachten Eindhoven
Advocaten in de strafzaak tegen negen Eindhovense terreurverdachten hebben vrijdag grote bezwaren geuit tegen de manier waarop afgeluisterde gesprekken in het onderzoek zijn uitgewerkt. „De uitgeschreven teksten van de banden kloppen voor geen meter”, zo luidde de ongezouten kritiek van advocaat Hajé Weisfelt vrijdag op een tussentijdse zitting in de zaak bij de rechtbank in Rotterdam. De onjuistheden zouden stuk voor stuk nadelig voor de verdachten uitpakken: onschuldige mededelingen werden in de uitwerking omgebogen naar belastende uitlatingen. Weisfelt telde zevenhonderd fouten. Hij vroeg de rechtbank de gesprekken opnieuw te laten uitwerken.
Het strafrechtelijk onderzoek is nagenoeg afgerond, zette het Openbaar Ministerie uiteen. Het OM wil dat acht verdachten van de groep in de cel blijven; hun advocaten hebben om beëindiging van het voorarrest gevraagd. De negende werd eerder al vrijgelaten, met een enkelband. Een aantal verdachten herhaalde zijn hardnekkige ontkenning: zij zijn onschuldig en waren niet bezig met plannen voor een terreuraanslag of aanverwante activiteiten.
Volgens het OM is uit het onderzoek gebleken dat de mannen „gezamenlijk een radicaliseringsproces hebben doorlopen” en dat zij „steeds een stukje verder” gaan. De groep, die in september werd opgepakt, zou een jaar lang een garagebox in Eindhoven hebben gehuurd om in te kunnen fitnessen, omdat de sportscholen vanwege corona waren gesloten. Maar volgens justitie was de box een trainingscentrum waar de groep zich in de geest van de gewelddadige jihad fysiek en mentaal klaarstoomde voor het plegen van een aanslag. Mogelijke doelwitten waren premier Mark Rutte en PVV-leider Geert Wilders, aldus het OM. Over de betwiste gespreksuitwerkingen zei het OM dat eventueel nader onderzoek op dat punt beperkt moet blijven.
De groepsleden, in leeftijd variërend van 18 tot 31 jaar, bekeken volgens het OM regelmatig samen IS-filmpjes en instructievideo’s over het maken van wapens en bommen en spraken over voorgenomen aanslagen. Ze wilden de beoogde politici „door de kop poppen” of „ontvoeren en onthoofden tijdens een livestream”. Wapens of explosieven zijn niet gevonden. Ook waren er geen concrete plannen of data voor een aanslag. Volgens het OM hebben een paar verdachten schiettrainingen gedaan in de Ardennen en in Bulgarije.
De rechtbank beslist op 31 maart op alle verzoeken. Een inhoudelijke behandeling van de zaak zal naar verwachting dit najaar plaatsvinden.