Ministerie oneens met kritisch advies over vluchtelingenonderwijs
De Onderwijsraad „doet geen recht aan de inspanningen die nu gepleegd worden” om Oekraïense scholieren les te geven, door te zeggen dat Nederland hier niet goed genoeg op is voorbereid. Dat stelt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in reactie op een advies dat eerder verscheen. Er gebeurt veel om kinderen en jongeren voor te bereiden zodat ze kunnen instromen op een reguliere Nederlandse school, zegt het ministerie.
Het ministerie zegt goed geluisterd te hebben naar een eerder advies van de Onderwijsraad in 2017, „dus we zijn juist nu voorbereid”. Er is gewerkt aan „verdere professionalisering van de docenten” en „standaard leerroutes” om kinderen voor te bereiden op de middelbare school, zegt het ministerie. De Onderwijsraad stelde in haar advies juist dat de situatie „nog niet blijvend veranderd” is. Dat is vooral een probleem gezien het grote aantal kinderen dat nu ineens naar Nederland komt.
De Onderwijsraad pleitte voor extra „maatregelen en investeringen” om het onderwijs te verbeteren. Als belangrijkste probleem werd benoemd dat de vluchtelingen steeds moeten verhuizen als ze eenmaal in Nederland zijn. „Daar blijven we aandacht voor vragen bij de partijen die de opvang van deze vluchtelingen organiseren.” Aanleiding om direct geld uit te trekken om betere lesmethodes te laten ontwikkelen, zoals de Onderwijsraad had gesuggereerd, ziet het ministerie evenmin. „Op dit moment is er al goed onderwijs voor kinderen met verschillende nationaliteiten. We bespreken met vele partijen wat er nog meer nodig is”, laat een woordvoerder weten.
Volgens het ministerie moeten de kinderen allereerst terecht kunnen in het zogenoemde nieuwkomersonderwijs. Ze krijgen dan één tot twee jaar lessen waarmee ze zich voorbereiden om door te stromen naar het reguliere onderwijs. Nederlands leren is daarbij het belangrijkste. Hiervoor bestaan speciale scholen en speciale klassen op reguliere scholen. Hoe het onderwijs precies wordt ingericht, zegt het ministerie nog uit te weken. „Dat hangt ook af van het aantal kinderen dat hier komt.”
Minister Dennis Wiersma (Onderwijs) zei eerder dat de komst van Oekraïense kinderen veel zal vragen van het Nederlandse onderwijs. Dat het scholen de afgelopen twee jaar „zwaar over de schoenen liep” door corona, helpt daarbij niet mee. Volgens hem wordt nu met gemeenten gewerkt om scholen voor te bereiden op de taak.