Vier jaar cel geëist voor dodelijk ongeluk met gestolen auto
Tegen een 44-jarige man uit het Brabantse Geldrop is dinsdag vier jaar cel, waarvan een jaar voorwaardelijk, geëist voor het veroorzaken van een dodelijk ongeluk in Den Bosch en carjacking in augustus vorig jaar. De verdachte sleurde eerst met geweld in Erp een man uit zijn auto en reed daarna met hoge snelheid en door rood rijdend een 50-jarige Bosschenaar dood.
Hugo H. gaf toe dat hij op zondagochtend 1 augustus een Range Rover had afgepakt van een man in Erp nadat hij met zijn eigen auto een ongeluk had gekregen. Daarna reed hij met de gestolen auto naar Den Bosch, waar hij op 50-kilometerwegen de 130 op de teller aantikte. Hij reed zeker twee keer door rood en reed toen de Bossche tuincentrumeigenaar Peter Stolzenbach in zijn auto aan. Die stierf ter plekke.
De verdachte verklaarde dat al zijn gedragingen die nacht en ochtend werden ingegeven door een psychose waarin hij op dat moment verkeerde. Hij was eerder door zijn partner het huis uitgezet, zwierf rond en werd door de omstandigheden steeds gestrester. Op het moment van de aanrijding dacht de man dat hij achtervolgd werd en vermoord zou worden. Hij was pas drie dagen eerder uit een psychiatrische ziekenhuis in Geldrop ontslagen vanwege zijn labiele toestand.
H. beweert dat het noodlottige ongeval nooit was gebeurd als hij op tijd was geholpen. „Het opeisen van de auto kwam misschien over als een bedreiging, maar het was één grote schreeuw om hulp.” De rechter hield hem voor dat hij na de gedwongen behandeling in het psychiatrisch ziekenhuis vrijwillig had mogen blijven voor verdere behandeling, maar dat hij dat niet wilde. „Dat hebben ze me niet aangeboden”, aldus H.
Een psychiater en een psycholoog die H. onderzochten, hebben niet kunnen vaststellen dat de man in een psychose verkeerde en zijn daar ook niet van overtuigd. De man heeft wel een persoonlijkheidsstoornis en verkeerde door de stress mogelijk in een soort ‘schemertoestand’, waardoor de daad hem niet volledig aangerekend kan worden. Vanwege het gevaar op herhaling adviseerden de deskundigen verplichte behandeling van de man. De officier eiste daarom ook verplichte behandeling van maximaal een jaar in een kliniek.