Konijn, het onbegrepen huisdier, vaker naar asiel
De Dierenbescherming ziet dat een groter aantal konijnen dan gebruikelijk wordt gedumpt of aangeboden bij het asiel. Kinderen zijn op de dieren uitgekeken: konijnen blijken toch niet zo leuk als gedacht. Volgens de Dierenbescherming weten mensen onvoldoende waar ze aan beginnen als ze zo’n schattige pluizenbol in huis halen.
Dierenasiels krijgen al zo’n anderhalf jaar meer konijnen aangeboden dan gebruikelijk. Ook worden konijnen vaker domweg ergens in het bos of in het park gedumpt als de eigenaar ze niet meer hebben wil. Vorig jaar vingen asiels van de Dierenbescherming bij elkaar 1348 gedumpte en rondzwervende konijnen op en daarnaast 897 dieren waar de baasjes afstand van hadden gedaan. In 2016 waren dat nog respectievelijk 1058 en 588 konijnen.
Ook bij stads- en kinderboerderijen worden konijnen geregeld over het hek gezet. Voorzitter Corrie Raaijmakers van de Vereniging van Stads- en Kinderboerderijen in Nederland vermoedt dat dit sinds de coronapandemie vaker gebeurt dan voorheen. „Het gebeurt altijd wel. Dat is heel vervelend, het plaatst de stads- en kinderboerderijen voor grote dilemma’s: Zo’n dier moet in quarantaine en er moet een dierenarts bij komen.”
Dieren die in het bos of in een park worden vrijgelaten zijn volgens de Stichting Konijnenbelangen evenmin goed af. In het rapport ”Het Konijn, een onbegrepen dier” uit 2015 wijst de stichting erop dat een tam konijn zich er nauwelijks kan handhaven. Ze hebben niet geleerd welke planten eetbaar zijn, weten niet hoe ze een hol met een nooduitgang moeten maken, beseffen niet dat ze zich niet nat moeten laten regenen of wanneer er gevaar dreigt. Daar komt bij dat wilde soortgenoten ze niet accepteren. Konijnenbelangen schat dat de bij haar aangesloten centra in 2019 18.000 konijnen opvingen.
Bijten
De Dierenbescherming denkt dat mensen die zich vooraf onvoldoende verdiepen in de behoeften en het karakter van de diertjes en teleurgesteld afscheid nemen. Konijnen kunnen namelijk behoorlijk bijten als ze zich bedreigd voelen, ook houden ze er niet van veelvuldig beetgepakt te worden. „Het grootste misverstand is wel dat konijnen maar een paar jaar oud leven. In werkelijkheid worden ze vaak tien jaar of meer”, vult woordvoerster Saskia Thijssen van de Dierenbescherming aan.
Konijnen hebben gezelschap nodig van een soortgenoot, een geschikt exemplaar is niet altijd gemakkelijk te vinden. Twee rammen, mannelijke dieren, levert altijd gedoe op en twee vrouwtjes leidt vroeg of laat ook tot vechtpartijen, bevestigt ook het LICG, het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren. Een ram en een vrouwtje samen gaat vaak wel goed, maar dat betekent wel dat minstens één van de twee ‘geneutraliseerd’ moet zijn: gecastreerd of gesteriliseerd.
Om misverstanden de wereld uit te helpen, hebben de Dierenbescherming en Dibevo, de brancheorganisatie van dierenspeciaalzaken, vijf jaar geleden het project ‘Happy Konijn’ in het leven geroepen. Aan de hand van een checklist kunnen de deelnemende winkeliers er gemakkelijker voor zorgen dat de konijntjes die zij verkopen een goede toekomst tegemoet gaan.
Gijs van den Assum, voorzitter van Dibevo, benadrukt erop dat tweederde van de diertjes via vrienden, familie of via Marktplaats een nieuw thuis vindt, waardoor deze regels voor hen niet gelden. „Dierenspeciaalzaken en tuincentra hebben er juist belang bij de klant goed te bedienen, zodat die steeds terugkomt om voer te kopen.”