De wasbeer lijkt zo lief, maar hij is een rover
Maandag is het dierendag – kat, hond en konijn krijgen een extra knuffel. Maar dierenliefde heeft altijd een keerzijde. Sommige dieren die als lief huisdier begonnen werden buiten de deur gezet en leven nu in het wild, waar ze niet horen. Andere soorten kwamen vanzelf en kijken we liever het land uit.
Invasieve exoten heten ze: buitenlandse indringers die zo talrijk of agressief zijn geworden dat ze moeilijkheden veroorzaken. Twintig portretten van lastposten.
1. Chinese muntjak
HOEFDIEREN
HERKOMST China. Uit dierentuinen ontsnapt en talrijk verwilderd, vooral in Engeland.
IN NEDERLAND Losse waarneming op de Veluwe en in Noord-Brabant, vooral afkomstig uit België, lijkt zich nog niet te hebben gevestigd.
SCHADE Mogelijk vraatschade aan bossen en tuinen. Op EU-lijst invasieve exoten (Unielijst): handel verboden, bestrijding verplicht. Grote dreigementen voor dit kleinste hertje…
ANDERE SOORTEN n.v.t.
2. Gewone wasbeer
ROOFDIEREN
HERKOMST Noord-Amerika. Ontsnapt vanuit pelsdierenfokkerijen, vooral in Duitsland.
IN NEDERLAND Losse waarnemingen, vooral in Limburg. Populaties lijken zich niet blijvend te handhaven maar worden weer aangevuld vanuit het oosten.
SCHADE De wasbeer was geen beer en is het nog steeds niet, maar is wel een alleseter; daardoor en doordat hij gebruikmaakt van gelijksoortige schuilplekken kan hij een concurrent worden van de inheemse vos en das. Verder veel overlast in bewoond gebied, bijvoorbeeld door het leeghalen van vuilnisbakken en mogelijke besmetting met wasberenspoelworm. Staat op Unielijst.
ANDERE SOORTEN Wasbeerhond lijkt op wasbeer maar is niet verwant; klein aantal waarnemingen in Nederland, maximaal enkele tientallen dieren aanwezig.
3. Amerikaanse rode eekhoorn
KNAAGDIEREN
HERKOMST Noord-Amerika. Ontsnapt regelmatig uit gevangenschap (particulieren).
IN NEDERLAND Regelmatig waarnemingen, nog geen vestiging; nu misschien vijf dieren aanwezig.
SCHADE Onbekend; mogelijk concurrentie met inheemse eekhoorn. Invasief kun je deze eekhoorns hier nog niet noemen, al zijn het felle rakkers.
ANDERE SOORTEN Ook grijze eekhoorn, Amerikaanse voseekhoorn, Japanse eekhoorn, Pallas’ eekhoorn en Siberische grondeekhoorn worden soms in de natuur waargenomen.
4. Zwarte rat
KNAAGDIEREN
HERKOMST Zuidwest-India. Al in de Romeinse tijd via handelsroutes naar onze streken gekomen en daarom bijvoorbeeld door de Zoogdiervereniging niet meer als exoot beschouwd.
IN NEDERLAND Lijkt sinds de middeleeuwen in aantal te zijn afgenomen maar nu weer bezig met een voorzichtige opmars in het zuiden van het land; boven de grote rivieren schaars.
SCHADE Heeft in vroeger tijden als belangrijkste verspreider van de pest hele volksstammen uitgeroeid. Kan ook wormziekte trichinose verspreiden (niet meer in Nederland). Tegenwoordig vooral vraatschade in onder andere pakhuizen en supermarkten.
Kan in warme streken een plaag vormen, maar wordt in koudere gebieden veelal verdrongen door de bruine rat. Doet die ook nog wat nuttigs…
ANDERE SOORTEN Ook het konijn is al in de Romeinse tijd ingevoerd, maar dan opzettelijk. In sommige streken een plaag, maar in ons land vooral erg nuttig als grazer en voedselbron; helaas gedecimeerd door virusziekten.
5. Huiskat
ROOFDIEREN
HERKOMST Oude gedomesticeerde vorm van de ook in Europa inheemse wilde kat. Door de Zoogdiervereniging niet als (invasieve) exoot beschouwd, maar is het in feite wel.
IN NEDERLAND Bijna 3 miljoen huiskatten plus 1 miljoen verwilderde katten.
SCHADE Door veel natuurbeheerders beschouwd als plaag. Huiskatten vangen af en toe een prooi; verwilderde doen niet anders. Meest gevangen worden muizen, maar ook vaak vogels (waaronder zeldzame, een kat maakt geen onderscheid) en soms reptielen, amfibieën en dagvlinders. Hoe lief is je poes als hij de vogeltjes in de tuin opeet? Of bij de buren?
ANDERE SOORTEN n.v.t.
6. Halsbandparkiet
PAPEGAAIACHTIGEN
HERKOMST India en Centraal-Afrika. Ontsnapt of losgelaten uit volières.
IN NEDERLAND Sinds de jaren zestig vanuit Amsterdam verspreid over de hele Randstad, minder daarbuiten. Aantal broedparen loopt richting de 2500.
SCHADE Verdringt vermoedelijk andere holenbroeders. De luidruchtige heldergroene vogel brengt echter wel leven en kleur in grauwe binnensteden.
ANDERE SOORTEN Grote alexanderparkiet en monniksparkiet: klein aantal broedparen.
7. Aziatisch lieveheersbeestje
KEVERS
HERKOMST Midden- en Oost-Azië. Ingevoerd als luizenbestrijder in Belgische kassen, in 2001 ontsnapt, snel uitgebreid en opgerukt naar het noorden.
IN NEDERLAND Inmiddels meest algemene lieveheersbeestjessoort (vele miljoenen exemplaren), vooral in bewoond gebied. Alleen op de meeste Waddeneilanden nog afwezig.
SCHADE Verdringt (sommige) inheemse soorten, ook door verspreiding van een parasitaire schimmel. Dit lieveheersbeestje is geen lieverdje, zowel voor bladluizen als voor de larven van minder agressieve verwanten.
ANDERE SOORTEN Loofhout- en Oost-Aziatische boktor veroorzaken schade aan bomen.
8. Aziatische hoornaar
VLIESVLEUGELIGEN
HERKOMST Zuidoost-Azië. Vermoedelijk met Chinees aardewerk in Frankrijk gekomen, vervolgens in andere Europese landen.
IN NEDERLAND Eerste in 2017, na een dip zeventien nesten gevonden in 2020 (noordelijkste in Veenendaal).
SCHADE Eet honingbijen en in mindere mate ook wilde bijen (waaronder hommels). Staat op de Unielijst, ieder gevonden nest wordt vernietigd.
ANDERE SOORTEN Argentijnse mier, plaagmier en mediterrane draaigatjes: invasieve mierensoorten krijgen voet aan de grond en zijn veel lastiger te bestrijden dan Aziatische hoornaar.
9. Kaswittevlieg
SNAVELINSECTEN (halfvleugeligen)
HERKOMST Waarschijnlijk Mexico of Brazilië.
IN NEDERLAND Sinds 19e eeuw, op verspreide plekken in kassen, soms een ware plaag.
SCHADE Boort plantenbladeren (voedselgewassen) aan en vermenigvuldigt zich snel, daardoor op geschikte plekken grote schade. ”Wit” duidt in dit geval niet op onschuld (en ”vlieg” niet op de vliegen, want witte vliegen zijn eerder verwant aan luizen en wantsen). Grotendeels resistent tegen chemische bestrijdingsmiddelen, maar schijnt slecht tegen zeep en azijn te kunnen.
ANDERE SOORTEN Een aantal andere van de ruim duizend in Nederland voorkomende wittevliegensoorten. Niet-verwante lastposten zijn onder andere de nog steeds zelden in Nederland aangetroffen tijgermug (afhankelijk van menselijk vervoer) en de overbekende eikenprocessierups (op eigen kracht gekomen).
10. Muskusrat
KNAAGDIEREN
HERKOMST Noord-Amerika. In 1908 in Tsjechië en later ook elders uitgezet voor jacht en bont, verspreidde zich vervolgens snel.
IN NEDERLAND Eerste in 1938, vanuit België. Nu overal waar (diep, liefst zoet) water is. Er zijn alleen vangstaantallen bekend; 2003 (topjaar): 399.000; 2020: 47.000.
SCHADE Eet grote hoeveelheden waterplanten, met name riet, soms landbouwgewassen; kan waterecosysteem verstoren en inheemse (dier)soorten verdringen; kan parasieten overbrengen; en het ergste: graaft uitgebreide holen in oevers en dijken. Vooral daarom te vuur en te zwaard bestreden door 400 beroepsrattenvangers. Tegen zo veel geweld is zelfs de potige muskusrat niet bestand; langzaam nemen de aantallen af.
ANDERE SOORTEN Beverrat richt gelijksoortige schade aan en wordt ook door muskusrattenbestrijders gevangen. Heeft hier nog geen vaste voet aan de grond, moet telkens uit Duitsland komen.
11. Nijlgans
EENDVOGELS
HERKOMST Afrika (Nijldal en ten zuiden van Sahara). Op vele plaatsen ontsnapt uit waterwildcollecties en blijvend gevestigd.
IN NEDERLAND Sinds 1967, nu rond de 15.000 broedparen.
SCHADE Draagt bij aan vermesting oevers; verdringt andere holenbroeders met agressief gedrag (al leidt dat nog niet tot afname van die soorten); vraatschade landbouw (wordt niet vergoed omdat nijlgans niet beschermd is). Staat op de Unielijst. Zijn brutale gedrag maakt de nijlgans niet geliefd, maar hij blijft de jagers nog steeds de baas. En dat in een vreemd land.
ANDERE SOORTEN Verscheidene andere eendachtigen hebben na ontsnapping een plek veroverd in de natuur maar de meeste worden doorgaans niet als schadelijk beschouwd (zwarte zwaan, Indische gans, knobbelgans, casarca, muskuseend, carolina-eend, mandarijneend, rosse stekelstaart); een uitzondering vormen wellicht grote en kleine Canadese gans, soepgans en soepeend.
12. Lettersierschildpad
REPTIELEN
HERKOMST Zuidoost-VS. Daarvandaan sinds jaren 70 vele miljoenen verhandeld naar buitenland. Komt inmiddels door vrijlating of ontsnappingen uit terraria en vijvers wereldwijd voor. Drie ondersoorten: roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpad.
IN NEDERLAND Eerste waarneming in 1975, nu verspreid over het land, waarschijnlijk meer dan 1000. Nog geen voortplanting vastgesteld, uitbreiding dus nog door illegaal loslaten.
SCHADE Mogelijk concurrentie met inheemse dieren om ruimte, voedsel en als prooi (bijvoorbeeld kikkers, eendenkuikens). Staat op Unielijst, dus er mag niet in gehandeld en mee gekweekt worden – uitsterfbeleid. In onze natuur graag alleen padden zonder schild.
ANDERE SOORTEN Losse waarnemingen van met name bijtschildpad en zaagrugschildpad. Een invasieve slang is de oostelijke ringslang, die de inheemse ringslang verdringt, mede door bastaardering.
13. Italiaanse kamsalamander
AMFIBIEËN
HERKOMST Italië en Balkan. Uitgezet in Portugal, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Nederland.
IN NEDERLAND Sinds de jaren 70 een zich uitbreidende populatie op de Veluwe, nu waarschijnlijk duizenden dieren.
SCHADE Verdringt door uitbreiding en bastaardering de inheemse, zeldzame, streng beschermde kamsalamander. Bestrijding waarschijnlijk moeilijk. Voor de leek gaat het misschien om dezelfde watersalamander, maar een natuurbeschermer denkt daar anders over. Opsalamanderen!
ANDERE SOORTEN De brutale brulkikker is na een kort verblijf weer uitgeroeid.
14. Rode Amerikaanse rivierkreeft
KREEFTACHTIGEN
HERKOMST Zuiden VS. Elders ingevoerd voor consumptie en aquariumhandel (deels illegaal).
IN NEDERLAND Eerste vangst 1985, breidt zich tegen verwachting in explosief uit naar alle waterrijke gebieden.
SCHADE Verjaagt inheemse waterdieren als de bedreigde kwabaal, graafwerk beschadigt oevers en vertroebelt water (waardoor nog meer soorten verdwijnen) en een populatie kan een hele vijver kaalvreten, om vervolgens over land een nieuwe plek te koloniseren. Sinds 2016 op Unielijst. Er worden grote bedragen uitgetrokken voor bestrijding door vangst. Tijd om kreeft te gaan eten in plaats van kip en vis?
ANDERE SOORTEN Al eerder ingevoerd als culinair alternatief voor de Europese rivierkreeft, maar veelal minder invasief en doordat ze niet graven minder schadelijk: gevlekte en geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft, Californische en Turkse rivierkreeft. Later ook marmerkreeft (via aquariumhandel) en gestreepte Amerikaanse rivierkreeft (bron onbekend).
15. Bloedrode Kaspische aasgarnaal
KREEFTACHTIGEN
HERKOMST Omgeving Zwarte en Kaspische Zee. Deels door uitzettingen en met ballastwater, deels op eigen kracht, geholpen door verbinding Rijn en Donau en harde oeverbeschoeiingen, over heel Europa verspreid.
IN NEDERLAND Eerste waarneming 1997, al snel massaal aanwezig in flink aantal plassen en meren verspreid over het land.
SCHADE Negatieve invloed op dierlijk plankton, watervlooien en inheemse zoetwatergarnalen. Anderzijds betekent een zich massaal uitbreidende exoot (bijvoorbeeld ook de driehoeksmossel) extra voedsel voor vissen en watervogels. De garnalenkwestie heeft dus twee kanten.
ANDERE SOORTEN Vooral slanke Kaspische aasgarnaal. Gestippelde aasgarnaal is zeldzamer.
16. Zwartbekgrondel
VISSEN
HERKOMST Omgeving Zwarte en Kaspische Zee. Via ballastwater van schepen en verbinding van stroomgebieden verspreid over groot deel Europa en Noord-Amerika.
IN NEDERLAND Sinds 2004 snel verspreid via grote rivieren en kanalen (daar nu meest voorkomende grondel; in 2009 103 exemplaren per 100 meter oever Hollandsch Diep), bezig met kolonisatie kleinere wateren.
SCHADE Verjaagt de inheemse riviergrondel, bermpje en rivierdonderpad (bedreigde soorten) uit schuilplaatsen en kaapt het voedsel voor hun neus weg; de bescheiden vissen hebben het nakijken. Toch staat deze plaagvis nog niet op de Unielijst (alleen de Amoergrondel).
ANDERE SOORTEN Amoer-, marmer-, Pontische stroom-, naakthalsgrondel, Kesslers grondel en witvingrondel.
17. Zonnebaars
VISSEN
HERKOMST Noord-Amerika. Na uitzettingen verspreid over groot deel Europa.
IN NEDERLAND Al zo’n honderd jaar aanwezig, vooral de laatste tijd sterk toegenomen in kleine watertjes in de zandstreken door loslaten van overtollige vissen uit vijvers en aquaria.
SCHADE Eet onder andere amfibieën- en vissenlarven en visseneitjes, vermenigvuldigt zich snel; daardoor vooral in vennen rampzalig voor de biodiversiteit. Op Unielijst. Goed voorbeeld van misleidende schoonheid, hoewel gemakkelijk aan de hengel te krijgen, of in een schepnet langs een droogvallende poel.
ANDERE SOORTEN Blauwband. Verder andere vissoorten als roofblei, Amerikaanse hondsvis en bruine dwergmeerval. Ook de snoekbaars is een exoot, maar die wordt beschouwd als nuttig (voor de visserij, zonder aanwijsbare ecosysteemschade).
18. Chinese wolhandkrab
KREEFTACHTIGEN
HERKOMST Oost-Azië. In Europa beland met ballastwater van zeeschepen.
IN NEDERLAND Vele miljoenen in met name kust- en rivierengebied.
SCHADE Woelt bodems om (daardoor wordt water troebel en te voedselrijk), graaft gangen (waardoor oevers verzwakken), eet waterplanten (waardoor voedsel en schuilgelegenheid andere dieren verdwijnen) en kleine dieren als mosselen. Kan kreeftenpest overdragen (wat dodelijk is voor de Europese rivierkreeft). Verstopt of beschadigt fuiken en visnetten. En meer narigheid. Staat op Unielijst.
ANDERE SOORTEN n.v.t.
19. Japanse oester
WEEKDIEREN
HERKOMST Noordwesten Grote Oceaan. Voor kweek ten behoeve van consumptie ingevoerd in alle werelddelen.
IN NEDERLAND Na oesterziekte in 1962-1963 ingevoerd, nu tegen de verwachtingen in vele malen talrijker dan de inheemse platte oester. In Oosterschelde ook gekweekt.
SCHADE Snelgroeiend, beconcurreert platte oester, kokkels en mossels om voedsel en ruimte. Voor vogels moeilijk open te krijgen. Anderzijds vormen oesterriffen goed substraat voor zeeleven. Een probleem blijkt tegelijk een kans te zijn.
ANDERE SOORTEN Uitheemse schelpdiersoorten veroveren de kust, waaronder Amerikaanse zwaardschede, Aziatische korfmossel, gebogen traliemossel en Japanse en geaderde stekelhoren. In zoet water driehoeksmossel.
20. Knotszakpijp
ZAKPIJPEN
HERKOMST Noordwesten Grote Oceaan, vandaar onder andere middels vasthechting aan schepen over groot deel van de aardbol verspreid.
IN NEDERLAND Sinds 1994, nu talrijk in Delta en Waddengebied.
SCHADE Concurreert met inheemse zakpijpen en schelpdieren, kan zorgen voor aangroeiplaag op scheepsrompen en oesterbedden. Een ‘aantrekkelijke’ doedelzak, maar er bestaan leukere, ook in onze zeefauna.
ANDERE SOORTEN Japanse, Chileense en druipzakpijp. Andere ongewervelde exoten zorgen voor misschien nog wel meer ecologische schade, vooral de Amerikaanse ribkwal en de gewone groenworm.