Kerk & religie
Oekraïense kerken bijeen in het oorlogsgeweld

In diensten en gebedssamenkomsten hebben de Oekraïense kerken zondag stilgestaan bij de moeilijke omstandigheden waarin het volk door de Russische inval terechtgekomen is.

L. Vogelaar
Emoties tijdens een kerkdienst in Strumok, in het zuiden van Oekraïne, nadat het land is getroffen door een Russische inval. beeld KOEH
Emoties tijdens een kerkdienst in Strumok, in het zuiden van Oekraïne, nadat het land is getroffen door een Russische inval. beeld KOEH

Pieter van Dijke, afkomstig uit de oud gereformeerde gemeente in Stavenisse, volgde online de diensten van de baptistengemeente waartoe hij met zijn gezin behoort. Hij woont aan de rand van een groot militair oefenterrein in de omgeving van de stad Zhitomir. „Het is hier nu rustig en stil, maar iedereen blijft zo veel mogelijk thuis”, meldde hij maandagmorgen. Tijdens de diensten werd aandacht besteed aan de oorlogsomstandigheden.

Gerben Heldoorn, directeur van Kom Over en Help, had zondag contact met drie gemeenten in Oekraïne. „De mensen zoeken elkaar zo veel mogelijk op, vaak in de kelder van de kerk. Er werd gebeden, gehuild, men bemoedigde elkaar vanuit de Bijbel. Van een gemeente in het westen hoorde ik dat families in groepen thuis bijeenkwamen. De gemeente van Strumok, in het zuiden, hield wel dienst in de kerk. Op de foto’s die we ontvingen, zie je de emoties.”

Op de vlucht

Lena Voth meldde vanuit Zhitomir aan de Nederlandse Stichting Mir Wam, die praktische hulp verleent in Oekraïne, dat leden van haar kerk voedsel en lectuur hebben gebracht naar de Oekraïense soldaten die paraat staan. De afgelopen nacht was ze, omdat er tweemaal alarm was, in de kelder van de kerk, en ook de buren werden uitgenodigd daar te komen.

De gemeente in Zhitomir die werd gediend door ds. D. M. Vinogradsky heeft vijftig mensen opgevangen in de school naast de kerk, onder wie dertig weeskinderen, zegt een dochter van de predikant, Katja Ploeg uit Genemuiden. „Ze verblijven er in de kelder, maar als het rustig is, gaan ze in de gymzaal eten. In de hal van de school hebben ze samen gebeden. De gemeenteleden komen ook in groepjes in de huizen bij elkaar. Het advies is om niet de straat op te gaan.”

Ds. Vinogradsky wilde in Zhitomir blijven, maar op aandringen van zijn kinderen vertrok hij toch. „Met een groot deel van mijn familie”, zegt zijn dochter. „Donderdagavond hebben ze in het huis van mijn vader samen gebeden, daarna zijn ze gaan rijden. Later hoorden ze dat mannen tussen 18 en 60 jaar Oekraïne niet mogen verlaten, omdat ze moeten helpen het land te verdedigen. Toen hebben ze besloten de gezinsleden niet van elkaar te scheiden. Dus de mannen die moesten blijven, gingen met hun gezin terug. Alleen mijn vader en de ongetrouwde zus die bij hem woont, een andere zus met haar kinderen en mijn zwangere nicht zijn verdergegaan. Met z’n tienen kwamen ze zaterdagavond in Roemenië aan. Daar zijn ze warm ontvangen door lokale christenen. Een auto moest worden gerepareerd, maar inmiddels zijn ze onderweg naar Nederland. Dat is niet zonder gevaar, want het sneeuwt.”

Cor Ploeg –Katya’s echtgenoot–, hun twee zonen en twee anderen –een medestudent van hun ene zoon en Karst de Vries, oud-directeur van Kom Over en Help– zijn hen gaan halen. „Ze hebben op mijn zussen moeten inpraten, want die waren in shock. Eigenlijk wilden ze terug: soep maken voor de soldaten en helpen waar ze kunnen. Maar twee vrouwen alleen kúnnen niet terug, en de wegen zijn geblokkeerd om de Russen tegen te houden. Er is ook hulp genoeg. Mijn man heeft gezegd: Later kunnen jullie alsnog gaan helpen, als dat weer mogelijk is.”

18018797.JPG
Emoties tijdens een kerkdienst in Strumok, in het zuiden van Oekraïne, nadat het land is getroffen door een Russische inval. beeld KOEH

Gaarkeukens

Ds. A. Margulis, de Joods-christelijke voorganger in Zhitomir waarmee het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten al vele jaren samenwerkt, stuurde vrijdagavond een videoboodschap waarin hij bedankt voor het meeleven en gebed. Hij gaf aan zo lang mogelijk diensten te willen blijven houden. De gaarkeukens waaraan hij leiding geeft, zijn geopend, behalve in plaatsen die door de Russen veroverd of omsingeld zijn. „De winkels zijn bijna leeg; ik kreeg vandaag verschillende telefoontjes van mensen die om eten vroegen.”

Volgens ds. Margulis ervaart het Oekraïense volk de Russische aanval als groot onrecht. „Een buitenlands leger bombardeert onze steden en doodt onze mensen. Velen van mijn vrienden hebben de nacht in een schuilkelder doorgebracht.” Er waren geen gemeenteleden gewond geraakt of omgekomen, zei de predikant vrijdagavond.

Arno Kortleven, vertaler voor het deputaatschap, is met zijn vrouw en vier kinderen het land ontvlucht. „Maar we staan steeds in contact met onze vrienden daar. Onze gemeente heeft diensten kunnen houden. Niet iedereen kon aanwezig zijn: er waren zondagavond raketbeschietingen, er zijn wegversperringen en er geldt een avondklok.”

Kort voordat Kortleven donderdagmorgen met zijn gezin op pad ging, mailde hij een kaartje waarop was te zien dat er aan weerszijden van zijn huis op enige afstand locaties waren waar raketten waren ingeslagen. Hij zag de rook opstijgen. Vanwege zijn vrouw en kinderen besloot hij te vertrekken. „We gingen ’s morgens om tien uur rijden en stonden ’s avonds om half elf bij de grens met Polen. Daar hebben we drie etmalen in de rij gestaan. Af en toe schoven we een stukje op. We probeerden wel wat te slapen, maar schrokken steeds wakker als er iets gebeurde.”

Bij de grens waren er opstootjes en er raakten kinderen bekneld in het gedrang. „Duizenden mensen probeerden de grens over te komen. Daar waren ook veel buitenlanders bij: in Oekraïne zijn veel studenten uit Afrika en Azië. Terwijl we in de rij stonden, werden we goed geholpen. Mensen brachten eten en we kregen sms’jes van de Poolse regering waarin gratis hulp en onderdak werden aangeboden. Wij hadden echter viavia een adresje. Daar hebben we met z’n elven overnacht, want we reizen samen met twee andere gezinnen”, zei Kortleven maandagmorgen, toen hij op het punt stond weer te gaan rijden. „We hopen maandagavond laat bij mijn ouders in Waddinxveen aan te komen.”

Opgelucht? „Wel omdat we bij de grens er eindelijk doorheen kwamen. Niet omdat we ons tijdens het wachten in de rij onveilig voelden, want dat was niet zo. En we hebben gemengde gevoelens door wat we horen van degenen die achterbleven. Je zou hen het liefst gaan helpen.”

Op hun post

Ds. Ivan Bespalov van een evangelicaal-presbyteriaanse gemeente in Kiev besloot de stad niet te verlaten. „Ik voel dat mijn volk me hier nodig heeft.”

Ook ds. Dimitri Zigankov in de Oost-Oekraïense stad Krasnopillya mailde dat hij op zijn post blijft. „Hij heeft zondag kerk kunnen houden. Ongeveer de helft van de leden durfde te komen”, meldt J. Huige van Stichting Mir Wam. „Dat gebied is door de Russen veroverd. Het is daar nu rustig.”

Huige had maandagmorgen met nog enkele andere gemeenten contact. „Een gemeente 30 kilometer ten zuiden van Charkov, 10 kilometer vanaf de frontlinie, had zondag tweemaal een volle kerk. De mannen uit deze gemeente nemen niet zelf de wapens op, maar helpen de soldaten waar ze kunnen. Bijna niemand wil ook vluchten. Een gemeente in de Unterkarpaten, in het westen, treft voorbereidingen om vluchtelingen op te vangen.”

Pavel Unguryan, als evangelicaal politicus betrokken bij onder meer de Nationale Gebedsontbijten in Oekraïne, zei vrijdag dat zijn gezin zich in veiligheid bevindt, „terwijl ik mijn plicht doe in het dienen van mijn land.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer