Predikanten geven Oekraïne zondag plaats in gebed en preek
Hoe besteden predikanten aanstaande zondag aandacht aan de inval van Rusland in Oekraïne? „Deze oorlog laat zien: de rust is elders. Dat zal ik de gemeente zeker voorhouden.”
Ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort, hoopt zondag in het gebed aandacht te besteden aan de oorlog in Oekraïne. „Ik zal bidden om wijsheid en voorzichtigheid voor de regeringsleiders in het westen, maar ook voor Poetin.”
In de preek is de Amersfoortse predikant voorzichtig met het benoemen of aanhalen van actualiteiten. „Ik ben geroepen om het Evangelie te preken. Natuurlijk kan ik soms een uitstapje maken, maar dat moet wel functioneel zijn. In een preek moet ik wijzen op Jezus Christus als de Weg, de Waarheid en het Leven. De kansel is geen plaats voor beschouwingen over Biden of Poetin.”
Als in de preek de oorlog toch ter sprake komt, zal het gaan over de lessen die er te trekken zijn uit het huidige conflict, maar ook uit de coronacrisis, legt ds. Visscher uit. „We kunnen van deze situatie leren dat we tot de jongste dag in een gevallen wereld leven. En dat wij, zondige mensen, vaak niet begrijpen wat er in die wereld gebeurt. Maar ook dat er Eén is Die alles bestuurt; dat is God. Christus zegt: „Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde.” Daar is de hoop van een christen op gegrond.”
Indringend
Ook ds. M. van Reenen, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Oldebroek, heeft zijn tekstkeuze niet op de huidige situatie aangepast. „We gaan de lijdenstijd in. Daarop zal ik mijn preek toespitsen, ook nu.”
Wel zal hij in het gebed aandacht besteden aan de oorlog in Oekraïne. „Donderdag zei iemand tegen me: het ene wee is nog niet voorbij, of het volgende komt. Dat raakte me. We zien ernaar uit om zondag na lange tijd weer met z’n allen naar de kerk te gaan. Maar door dit conflict komt het indringend naar ons toe: de rust is niet hier, maar elders. Dat zal ik de gemeente zeker voorhouden.”
Perspectief
Ds. C. Blenk, hervormd emeritus predikant in Den Haag, heeft zijn tekstgedeelte wel specifiek gekozen met het oog op de inval in Oekraïne. Hij zal preken uit Mattheüs 24 vers 12 en 13: Christus rede over eindtijd en wederkomst. „Zonder te verzanden in politieke prediking, hoop ik vanuit de Schrift enkele lijnen te trekken”, legt de predikant uit. „Deze oorlog ráákt kerkgangers, raakt ook mij. Wat heeft dit te zeggen? Gods huis is bij uitstek de plaats om daarover na te denken.”
Ds. Blenk, die diverse publicaties over de relatie tussen kerk- en wereldgeschiedenis op zijn naam heeft staan, wijst erop dat in het Mattheüsevangelie staat opgetekend dat het ene volk tegen het andere volk zal opstaan. „Dat zien we nu gebeuren bij de broedervolken Rusland en Oekraïne.”
En toch, als dat gebeurt: het einde is nog niet, benadrukt hij. „Christus vermaant Zijn discipelen dat ze niet verschrikt moeten zijn als ze horen van oorlogen. Eerst zal alle volken het Evangelie worden verkondigd, dan pas zal het einde komen. Daarbij komt: Wie volharden zal tot het einde, zal zalig worden. Dat is het perspectief dat ik de gemeente zal voorhouden.”
De predikant zal tijdens de preek de wens uitspreken dat de orthodoxe kerken –aan beiden kanten van de grens– een brug kunnen slaan. „Het Evangelie is aan beiden bekendgemaakt. Ik hoop dat de kerken –die verdeeld zijn– geen deel zullen zijn van het conflict, maar zullen bijdragen aan bemiddeling.”