De Kamerfracties voelden de bestuursleden van het productschap grondig aan de tand over de twee recente problemen met veevoer.

Dit najaar bleken met dioxine vervuilde aardappelschillen aan koeien en varkens te zijn gevoerd. Deze maand vonden controleurs verboden botdeeltjes in Duitse bietenpulp die in veevoer verwerkt zou worden.

Het productschap wil de laatste veevoerschandalen „genuanceerd” bekijken. Het nalopen van het netwerk, waarlangs het vervuilde voer verspreid is, en het traceren van de bron is volgens het bestuur in beide gevallen „optimaal” geweest. Daar waar „verwijtbare” fouten zijn gemaakt, moeten wel dringende maatregelen als verscherpte controles genomen worden.

De Kamerfracties hekelen de genuanceerde blik. Het productschap moet wat hen betreft harder met de vuist op tafel slaan. „Voor we het weten, drijven we van probleem naar probleem en de dierhouderij naar de rand van de afgrond. In de huidige overspannen (wereld-, red.) voedselmarkt kan elke fout of vermeende fout de Nederlandse veehouderij op zijn gat leggen”, stelt CDA-Kamerlid Koopmans.

Waalkens (PVDA) en Snijder (VVD) vinden dat in de dioxinekwestie te veel tijd ging zitten in het opsporen van de bron van de vervuiling: mergelklei die de fritesindustrie gebruikt om de aardappelen te sorteren. Omdat de risico’s van deze klei bekend zijn door eerdere schandalen, had direct een „rood lampje” moeten oplichten. LPF-Kamerlid Van den Brink heeft zich „gigantisch geërgerd” aan de laatste schandalen. Hij vraagt zich af of het afval van de voedselverwerkende industrie nog langer tot veevoer verwerkt moet worden.