Die correspondentie valt in principe onder het verschoningsrecht en mag ook niet ingezien worden door partijen die strafrechtelijk onderzoek doen. Als bij inbeslagname van documenten van een verdachte zulke vertrouwelijke mails zitten, moet het OM een onafhankelijk officier van justitie aanwijzen die bepaalt welke informatie vertrouwelijk is en wat wél als bewijsmateriaal mag worden gebruikt. Dat is volgens Stibbe niet gebeurd in een zaak tegen haar cliënt Box Consultants.

In een fraudeonderzoek van het OM, de Belastingdienst en de FIOD naar deze Brabantse vermogensbeheerder doken duizenden vertrouwelijke mails op tussen Stibbe en Box Consultants. Die mails hadden de onderzoekers volgens Stibbe nooit onder ogen mogen krijgen, maar dat gebeurde wel. „Eerst gaat alle informatie integraal naar het opsporingsteam. Pas achteraf wordt bepaald of er sprake is van schending van verschoningsrecht. Ongekend”, zei de advocaat van Stibbe.

Het OM zegt dat de gebruikte procedure niet in strijd is met de wet en met de handleiding van het OM. Volgens Stibbe is het systeem echter zo lek als een mandje en is de werkwijze oncontroleerbaar. „Het OM is in deze zaak ver over de grens gegaan en dat gebeurt veel vaker. Ongekend en onrechtmatig. Dit moet stoppen”, zei de advocaat van Stibbe. Twee verenigingen van strafrechtadvocaten hebben zich achter de eis geschaard.

Het OM vindt dat advocaten het verschoningsrecht misbruiken. Zodra een opsporingsonderzoek dreigt, laten zij vaak de communicatie van haar cliënt met derden via de advocaat lopen, waardoor dan automatisch het verschoningsrecht zou gelden.

De rechtbank doet op 22 maart uitspraak over de eis van Stibbe.