Veteranen: conclusies onderzoek geweld Nederlands-Indië eenzijdig
Veteranen zijn teleurgesteld over het onderzoek dat de regering heeft laten uitvoeren naar het geweld tijdens de dekolonisatieoorlog in Nederlands-Indië. Het Comité Nederlandse Ereschulden wil echter dat de regering erkent oorlogsmisdrijven te hebben gepleegd.
De onderzoekers stellen dat regering en legerleiding het stelselmatig en wijdverbreid gebruik van extreem geweld door militairen in de jaren 1945-1949 doelbewust tolereerden. De conclusies van het bijna vijf jaar durende onderzoek zijn deze donderdag in Amsterdam gepresenteerd, maar lekten woensdagavond al uit.
Precieze cijfers van misdrijven en aantallen slachtoffers zijn niet te geven. Wel blijkt dat extreem geweld van de kant van de Nederlandse krijgsmacht niet alleen wijdverbreid was, maar vaak ook bewust werd ingezet, stellen de onderzoekers van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD, het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.
Dat politiek, legerleiding en justitie het geweld toestonden, rechtvaardigden, verhulden en onbestraft lieten, kwam doordat Nederland de Republiek Indonesië koste wat het kost wilde verslaan. Op alle niveaus was er bereidheid de geschreven en ongeschreven rechtsregels en het eigen rechtsgevoel opzij te zetten, stellen de onderzoekers.
Volgens het Veteranen Platform leggen ze te eenzijdig de nadruk op het Nederlandse geweld en wekken ze de indruk dat het enorme geweld van Indonesische kant slechts een reactie op het Nederlandse optreden was. „De dekolonisatieperiode is te nadrukkelijk onderzocht vanuit de hedendaagse normen, waarden en ethische overwegingen. Helaas worden meer dan 200.000 veteranen impliciet weggezet als extreme geweldplegers en worden zij en hun nabestaanden geschoffeerd en gestigmatiseerd.” Volgens het platform schiet het wetenschappelijk gehalte van het onderzoek tekort.
Dat laatste stelt ook militair historicus Martin Elands van het Nederlands Veteraneninstituut. „Sommige hoofdstukken zijn nogal lichtvoetig, andere wel gedegen. Het is duidelijk dat een flink aantal van de onderzoekers weinig kennis van de militaire geschiedenis heeft.”
Beleidsmakers
Volgens Elands geeft het rapport een „onevenwichtig en eenzijdig” beeld, verklaart hij desgevraagd. „Positief noemt hij de nadruk die de onderzoekers leggen op de rol van politiek en justitie. Die bleef volgens hem buiten beschouwing toen de koning in maart 2020 in Indonesië excuses aanbood voor het geweld. „Helaas noemde hij –en daarmee de regering– alleen wat de militairen hebben gedaan. Maar als je een trap schoonveegt, moet je bovenaan beginnen, bij de verantwoordelijke beleidsmakers.”
Het Comité Nederlandse Ereschulden (KUKB) vindt dat het rapport over de onafhankelijkheidsstrijd „weinig nieuws” bevat. „Zolang Nederland zichzelf niet expliciet aanwijst als dader van oorlogsmisdrijven is er geen nieuws”, zegt voorzitter Jeffry Pondaag. Als Nederland vindt dat de onafhankelijke Republiek Indonesië pas in 1949 een feit was, heeft het land vanaf 1945 zijn eigen burgers aangevallen en vermoord, vindt Pondaag.