Van Dissel: altijd op uitnodiging aangeschoven bij corona-overleg
RIVM-directeur Jaap van Dissel is altijd „op nadrukkelijke uitnodiging” aangeschoven bij overleg over de bestrijding van het coronavirus. Dat heeft hij gezegd tijdens een technische briefing in de Tweede Kamer.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) is in een rapport over de aanpak van het coronavirus kritisch over de vele petten die Van Dissel op heeft. Zijn aanwezigheid in „vrijwel alle crisisteams” maakte het voor het kabinet lastig om breder te kijken dan alleen naar de bestrijding van het virus, aldus de raad.
Van Dissel denkt dat het „zeker in de beginfase” juist heel belangrijk was dat experts als hij er waren om „duiding te geven” aan de situatie. „Als de OVV nu oordeelt dat dat te vaak is, of allerlei vragen oproept, vind ik dat prima. Maar op dat moment was die uitnodiging er gewoon. En wie ben ik dan om te zeggen: ik kom niet.”
Op andere vragen over het OVV-rapport wilde Van Dissel niet ingaan, naar eigen zeggen omdat hij het nog niet helemaal heeft kunnen lezen. „Het is goed dat dat rapport uit is, en we zullen nauwkeurig kijken wat daarin wordt geadviseerd voordat we met een reactie komen.”
Van Dissel wilde evenmin nader ingaan op de invloed die de politiek zou hebben gehad op de adviezen van het Outbreak Management Team (OMT), waarvan hij de voorzitter is. Hij herhaalde dat het ministerie van Volksgezondheid om „verduidelijkingen” mag vragen. Van beïnvloeding was volgens hem geen sprake.
Meerdere Kamerleden drongen aan op nadere uitleg, maar Van Dissel wilde die niet geven. Hij benadrukte dat hij in de Kamer was om een toelichting te geven op het jongste OMT-advies, niet om verantwoording af te leggen. „Het is toch geen rechtbank?”
Na de briefing zei hij tegen media dat er sneller duidelijkheid had moeten zijn over de rol van het OMT ten aanzien van de bredere besluitvorming. Hij wees erop dat het OMT al eind april 2020 aan de bel heeft getrokken om ook de maatschappelijke, economische en sociale gevolgen in kaart te brengen. „Je kunt je achteraf vragen of dat snel genoeg is doorgevoerd.”