Minister Hoekstra ziet invloed corona op geloofsvrijheid
Minister Hoekstra herkent de negatieve invloed van de coronapandemie op de positie en vrijheden van religeuze minderheden, waaronder christenen.
Dat schrijft de buitenlandminister in een maandag verstuurde reactie op Kamervragen van Don Ceder (CU), Kees van der Staaij (SGP), René Peters (CDA), Derk-Jan Eppink (JA21) en onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt. Zij stelden die naar aanleiding van de Ranglijst Christenvervolging 2022 van Open Doors. De organisatie signaleert in haar jaarlijkse rapport een toename van geweld in alle categorieën, zoals moorden, aanvallen en ontvoeringen. Hoekstra noemt de opgemerkte ontwikkelingen „zorgwekkend.”
De mensenrechtensituatie in China noemt hij „zeer zorgwekkend.” In het land is de ruimte voor andersdenkenden „uitermate beperkt”, en dat geldt voor alle burgers, schrijft hij. Het kabinet is niet bekend met nieuwe regels die de ruimte beperken om als Chinees contact te hebben met buitenlanders.
Voor de mensenrechtensituatie in Afghanistan zal de VN-Mensenrechtenraad een speciaal rapporteur benoemen, meldt Hoekstra. Het land voert de nieuwe ranglijst aan.
India heeft het voornemen van de Nederlandse mensenrechtenambassadeur om het land dit jaar te bezoeken verwelkomd. De speciaal gezant religie en levensovertuiging zou in 2020 een bezoek brengen, maar dat werd uitgesteld. Diezelfde gezant is van plan om Algerije te bezoeken „zodra de coronasituatie dit toelaat.” In het land blijkt het „met name voor protestantse stromingen in de praktijk vaak lastig om te voldoen aan „de veeleisende wet- en regelgeving voor religieuze minderheden.” Dit heeft geleid tot kerksluitingen en strafrechtelijke vervolging van individuen. Rooms-katholieken ervaren „minder tot geen problemen” in hun behandeling door de overheid.
Hoekstra beaamt verder dat geweld door extremistische organisaties in verschillende regio’s van Afrika toeneemt.