Carnaval als cement
Ik heb een gruwelijke hekel aan carnaval. Dat heeft te maken met het feit dat ik niet kan begrijpen dat mensen zich in het openbaar zo kunnen laten gaan onder invloed van alcohol. Want laten we eerlijk zijn: carnaval en alcohol zijn zo ongeveer synoniemen. Ik zou nog iets van dat rare feest begrijpen als al die hossende en drinkende deelnemers ná carnaval ook echt tot Pasen gingen vasten. Maar daar is bij de overgrote meerderheid geen sprake van, vrees ik.
Nou is mijn gevoel gelukkig niet maatgevend in dit land. Want dan zou het echt onvoorstelbaar saai worden. Maar dat er nu al weken een discussie gaande is over de manier waarop carnaval gevierd moet kunnen worden in deze coronatijden maakt me echt boos.
Het begint al vóór de Kerst. Van begrip voor de carnavalvierders overlopende burgemeesters en ministers roepen in de media dat zij er echt alles aan zullen doen om carnaval door te laten gaan. Verleden jaar was het immers ook al zo tobben en het jaar ervoor, nou, daar hebben ze het liever maar niet over. Toen was namelijk juist carnaval een van de feesten waardoor tal van mensen besmet raakten met het virus. Maar dat lijkt vergeten.
Dat kroegbazen alles op alles zetten om nog wat verdiensten binnen te slepen, ach, dat snapt zelfs een saaie Piet als ik. Maar die gezagsdragers, dáár erger ik me groen en geel aan. Dat huilerige toontje dat ze het zo goed snappen dat mensen echt niet zonder dit feest kunnen. En dat ze nog beter begrijpen dat je geen carnaval kunt vieren terwijl je op een stoel moet zitten en ook nog 1,5 meter afstand moet houden. En exact dat oneindige begrip, dat doet de stoom uit m’n oren komen. Omdat ik er dus helemaal niets van begrijp. Ik snap niet eens dat je het in je hoofd durft te halen om in deze tijd over zo’n feest te begínnen. En dat je durft te zeggen dat je carnaval lekker met elkaar moet kunnen vieren. Hossend en drinkend en lallend terwijl duizenden en duizenden families de afgelopen twee jaren bij sterfgevallen elkaar niet eens met een handdruk of omhelzing mochten troosten.
Toen ik ook nog een zuiderling hoorde zeggen dat carnaval het cement van de samenleving is, heb ik m’n laptop zo hard dichtgeklapt dat je het in Limburg kon horen.
Gelukkig is het niet waar. Want als het waar was, zou de samenleving een ruïne zijn.